De zwartkop groene suikervogel [Chlorophanes spiza] behoort tot de familie der Thraupidae en is dus nauw verwant aan de familie der tangara’s. Het geslacht Chlorophanes omvat slechts één soort, nl. de groene suikervogel. Weliswaar zijn er, volgens Avibase, zeven ondersoorten. De zwartkop suikervogel vormt zowat de schakel tussen suikervogels en tangara’s. Tot de groep der suikervogels behoren onder meer ook het suikerdiefje, de blauwe suikervogels, de pitpits en de berghoningkruipers. De besproken soort wordt in het Nederlands zowel met ‘suikervogel’ als met
‘honingzuiger’ aangeduid. Maar om elke verwarring met de honingvogels of nectarvogels [Nectariniidae] te vermijden, kan men naar mijn aanvoelen toch, beter spreken over de groene zwartkop suikervogel omwille van de opvallende zwarte kop.
Beschrijving. Bijgaande foto’s tonen aan dat de man overwegend smaragdgroen gekleurd is maar met een markant zwart gekleurde bovenkop en wangen. De zwarte bovensnavel is licht gebogen, de ondersnavel kleurt opvallend geel. De pop is geheel grasgroen, met een geelachtige weerschijn op de onderzijde van het lichaam. Het kleurenonderscheid tussen beide snavelhelften is bij haar minder opvallend en is ook niet zo groot. Haar bovensnavel is blauwgrijs en haar ondersnavel toont lichtgeel. De grootte is ongeveer dertien cm waarvan de snavel alleen ongeveer anderhalve cm beslaat. De poot- en de nagelkleur is grijs.
Biotoop. De zwartkop groene suikervogel is wijdverspreid doorheen Midden- en Zuid-Amerika. Hij leeft in een gebied dat zich uitstrekt vanaf het zuiden van Mexico en loopt tot in het midden van Bolivië en het zuidwesten van Brazilië. Deze suikervogel wordt aangetroffen langs oerwoudranden, verder in plantages en in open plekken met verspreide struiken en bomen. Hij houdt zich bij voorkeur op in boomtoppen.
Gedrag. Hoewel meerdere zwartkoppen kunnen aangetroffen worden rond eenzelfde vruchtdragende struik of boom leidt deze vogel toch een vrij solitair bestaan. Slechts gepaarde vogels trekken samen op waarbij het gebeurt dat de man de pop voedt. Dit verschijnsel wordt ‘nuptial feeding’ genoemd en zou vrij algemeen voorkomen bij suikervogels maar ook bij tangara’s. Deze suikervogel heeft een agressief karakter en valt soms soortgenoten of zelfs andere vogels aan, zonder een duidelijk aanleiding. Ook tussen de partners van een gepaard koppel gaat het er soms vrij hard aan toe. Persoonlijk heb ik deze vogel meermaals kunnen observeren en fotograferen in het prachtige Costa Rica waarbij moet gezegd dat ook deze vogel de mens niet schuwt.
Voedsel. Eet vooral een uitgebreide verscheidenheid aan vruchten, bessen en insecten. Hij is ook verlekkerd op nectar die afgescheiden wordt door sommige tropische bloemensoorten.
Kweek. Deze suikervogel nestelt bij voorkeur in alleenstaande struiken of bomen dicht bij de rand van het oerwoud. Het nest zit meestal niet hoger dan tien meter verborgen in het gebladerte van boom of struik. Het rust meestal op een dikke tak, of in een takvork, en wordt ondersteund door een paar fijnere zijtakjes of enkele jonge boomscheuten. Alleen de pop bouwt het komvormige nest, de man blijft echter in de buurt maar neemt niet deel aan de eigenlijke nestbouw. Het nestmateriaal bestaat hoofdzakelijk uit spinnenwebben, allerlei plantaardige vezeltjes en droge bladeren die verzameld worden in de begroeiing in de buurt van de nestplaats. Het legsel bestaat uit twee witte eieren met talrijke vlekjes aan het stompe uiteinde. Ze worden gelegd in twee opeenvolgende dagen. Alleen het popje broedt. Het broeden begint al na het leggen van het eerste ei. De broedtijd bedraagt dertien dagen. De jongen worden door beide oudervogels gevoed. Ze blijven twee weken in het nest. Bij het uitvliegen lijken de jonge vogels op de pop maar zijn nog valer. Opmerkelijk: bij de jonge man tekent zich de koptekening dan al duidelijk af.
Avicultuur. Er was een tijd dat de zwartkop groene suikervogel regulier in de vogelhandel verkrijgbaar was. Tentoonstellers waren er tuk op want mits een adequate verzorging is het een makkelijk in conditie te houden vogel. Ook zijn vrijwel uniforme glanzende groene kleur spreekt hier in zijn voordeel. Als volièrevogel toont hij een grote voorliefde voor fruitvliegjes, nectar en fruit. Het spreekt voor zich dat hij ook over universeelvoer en kleine insecten moet kunnen beschikken. Verder komt hij alleen tot zijn recht in een ruime, liefst beplante, volière. Hij is verder verzot op een waterbad maar houdt er ook van om door natte planten en struiken te laveren. Een minpunt is wel dat deze vogel weleens vijandig scherp uit de hoek durft te komen tegenover andere vogels. Kweekresultaten worden op regelmatige basis in avicultuur behaald.
Foto’s: © Danny Roels. Man (bovenaan) en pop zwartkop suikervogel.