Toen Willem De Vlaminck in 1696 een estuarium binnenzeilde was hij de eerste Europeaan die de zwarte zwaan [Cygnus atratus] te zien kreeg. Alleen al het gegeven dat tot dan toe een zwaan werd geassocieerd met ‘wit’ maakte van die ontdekking een sensationele gebeurtenis. Meteen werd die bewuste rivier ‘The Swanriver’ genoemd (zwanenrivier).
Herkomst. De voornaamste concentraties van de zwarte zwaan wordt teruggevonden in het zuidwesten en in het zuidoosten van Australië. Ook in Tasmanië is de vogel te zien. Op vijvers rond Perth, inclusief de Botanische Tuin, zien we de zwarte zwaan in een halftamme vorm. Voor de rest van Australië geldt het als een zwerver of dwaalgast.
Beschrijving. Zoals blijkt uit de foto’s betreft het een overwegend zwartgekleurde vogel met sierlijk gekrulde vleugeldekveren. De snavel is rozerood met een witte band. Wit zijn ook de slagpennen al valt dit zelden op wanneer de vogel niet vliegt. Van alle zwanen staat de zwarte het dichtst bij de knobbelzwaan [Cygnus olor]. Het geslachtsdimorfisme is niet makkelijk vast te stellen al zal een geoefend oog zeggen dat de gent een dikkere hals bezit en dat hij ook een meer opgerichte houding aanneemt. De oogkleur bij het vrouwtje is doorgaans ook lichter dan die van de man. De vogel slaakt een zacht trompetgeluid dat een zeer melancholische klank bezit. Vooral in de valavond wordt de zwarte zwaan zeer actief. De vlucht gebeurt in V-vorm waarbij er van de ene voederplaats naar de andere wordt gezworven. Er wordt gevlogen met gestrekte hals. De maximale grootte is circa 150 centimeter.
Nationale vogel. In West-Australië geldt de zwarte zwaan als de nationale vogel, in meerdere stadsgebouwen is de beeltenis van de zwarte zwaan ingewerkt. Maar niet alleen op rivieren, meren en vijvers is deze vogel terug te vinden. Soms zijn er honderden exemplaren te zien op weilanden en in cultuurgebieden waar de vogel de schuld krijgt voor de aangerichte schade. Voor een veldornitholoog daarentegen biedt de aanblik van een groot aantal zwarte zwanen een onvergetelijk schouwspel. De zwarte zwaan foerageert al grondelend en al duikend. Het hierbij opgeschepte voedsel bestaat uit kleine waterdieren, waterplanten en grassen. De vogel wordt zowel op brak als op zoet water aangetroffen.
Voortplanting. Soms wordt een afzonderlijk paar aangetroffen maar in de meeste gevallen broedt de zwarte zwaan in uitgestrekte kolonies waarin nesten verspreid liggen. Elk koppel heeft zijn eigen territorium dat door de genten [mannen] zeer hardnekkig wordt verdedigd. Het nest wordt bij voorkeur op een zegge gemaakt, dat is een begroeid stukje grond in een lagune. Het gaat om een vrij omvangrijke constructie dat wordt opgebouwd met alle beschikbare materialen als twijgjes, biezen, wier enz. Voor de binnenbekleding wordt soms het eigen dons gebruikt. Het broedseizoen is afhankelijk van de regenval maar valt meestal in de Australische herfst en winter. De hen legt van vijf tot tien groen-wit gekleurde eieren. De zwarte zwaan is een van de zeldzame soorten watervogels waarbij beide geslachten broeden. De broedtijd is met zijn vijfendertig dagen behoorlijk lang te noemen. De jongen worden geboren met een witachtige dons. Na het donskleed krijgen de juveniele vogeltjes grijze veren. Pas gedurende het volgende jaar krijgen ze zwarte veren. Echt volledig zwart wordt de zwarte zwaan pas in het derde levensjaar.
Avicultuur. De zwarte zwaan is niet alleen mooi gekleurd maar op het water gaat het om een bijzonder sierlijke vogel. Buiten het water daarentegen gaat veel van de elegantie verloren daar de zwarte zwaan zich eerder onbeholpen en al kwakkelend voortbeweegt. In avicultuur kan de man, soms, behoorlijk agressief zijn, met slaande vleugels bevestigt hij zijn dominantie tegenover iedereen die het waagt zijn territorium binnen te treden. Hoewel deze vogel met een klein waterbekken genoegen neemt en zelfs tot broeden overgaat zijn we toch de mening toegedaan dat deze zwarte vogel pas echt tot zijn recht komt op een behoorlijk grote vijver. Weet ook dat te kleine vijvers al heel snel behoorlijk worden bevuild en het echt geen zicht is om deze sierlijke vogel te zien ronddolen in een modderbrij. Iedereen die over wat gezond verstand beschikt zal deze zwaan, maar dat geldt ook voor iedere andere vogel, behoorlijk huisvesten. De eerste dagen kunnen we eendenkroos geven maar in iedere speciaalzaak kunnen we voedsel voor de jonge zwarte zwaantjes kopen. Net als dit gebeurt bij futen gebeurt het ook dat de jonge zwarte zwaantjes door de ouders op de rug worden meegevoerd.
Verzorging. Is vrij gemakkelijk. Het in de handel verkrijgbaar totaal voedselpakket voor watervogels volstaat al kunnen we de zwarte zwaan ook plezieren met groenten, grassen en granen. Als er jongen zijn is er in de eerste fase de opfokorrel speciaal voor deze vogels. Weet nog dat de levensverwachting in avicultuur twintig jaar en meer kan zijn.
