Zwartband tandbaardvogel

Eigen aan baardvogels [Capitonidae] is, ondermeer, het bezit van stugge snorharen aan de snavel. In avicultuur worden baardvogels weinig gehouden maar in dieren- en vogelparken worden er steevast enkele soorten verzorgd en gekweekt. Een daarvan is de zwartband tandbaardvogel [Lybius dubius], die zijn herkomst heeft in Afrika. Weet dat er ook baardvogels voorkomen in Azië en Amerika.

Zwartrood. De zwartband tandbaardvogel is met een grootte van 25 centimeter niet klein. De kleuren zwart en rood zijn in de bevedering dominant aanwezig. Voor de verdeling ervan verwijzen we naar de foto’s. En wie die bekijkt zal zien dat er rond het oog een kale, lichtgekleurde vlek is waarin het lichtgekleurde oog met de donkere iris opvallend aanwezig is. Eigen aan baardvogels is de zware snavel waarbij de snorharen, excentriek, naar voor gericht zijn. Ook dit is op de foto’s duidelijk te zien. De zwarte staart is hoekig. De poten zijn van het zygodactyle type (twee tenen naar voor, twee tenen naar achter). Man en pop zijn zowat gelijk in voorkomen.

Sociaal gedrag. In de natuurlijke biotoop wordt er of per paar of per familie (koppel en jongen) gefoerageerd of in kleine benden (meerdere jonge vogels). Er wordt niet alleen naar vruchten gezocht maar ook insecten worden wat graag gegeten. Een algemeen beeld is dat er van boom naar boom vliegende baardvogels kunnen gezien worden. Komen hiervoor in aanmerking: de Afrikaanse baobab [Adansonia digitata], meerdere soorten acacia’s maar ook vijgen en andere vruchtendragende bomen. Bij de reeds geciteerde plantages staan mango’s en papaja’s met stip genoteerd. Bejaagde insecten zijn: mieren en termieten, sprinkhanen en kleine gewervelden. En nog, baardvogels zijn zonnekloppers, van een zonnebad kunnen ook zij met uitgespreide vleugel- en staartpennen veelvuldig en langdurig genieten.

Holenbroeder. Alle baardvogels, dus ook de zwartband tandbaardvogel, nestelen in boomholten. In die holten wordt er niet alleen gebroed maar ook geslapen. Vaak gaat het om oude spechtennesten maar het gebeurt dat er ook gebruik wordt gemaakt van een zelf uitgehouwen holte. Beide geslachten zijn dan bijzonder actief, naar verluidt duurt het tot tien dagen voor de ruimte écht beschikbaar is. Hierbij valt het op dat de opening nooit groter is dan nodig. Ruimere openingen zijn te gevaarlijk, predatoren loeren in het Afrikaanse continent zowat overal om de hoek. Broedrijpe vogels zijn makkelijk te herkennen omdat de man de pop veelvuldig gaat voederen.

Eieren. Er worden van twee tot vijf witgekleurde, ovale eieren gelegd. Er wordt geen specifiek nest gebouwd maar net als bij spechten [Picidae] zal de pop haar eieren leggen op een bedje van molm of houtspaanders. In tegenstelling tot veel andere vogels kan het wijfje nu wél op de man rekenen voor het bebroeden van de eieren. Ze staat er echt niet alleen voor.

Jongen. Na een broedtijd van circa zestien dagen worden de jongen geboren. Die zijn blind en kaal en bezitten op de hielen harde eeltplekken om op te steunen. De ouders verzorgen en voeden de jongen samen op. Bij meerdere vruchten- en insectenetende vogels is het zo dat de juveniele vogels de eerste dagen uitsluitend met insecten worden gevoed, dit is ook hier zo. Jonge baardvogels blijven vrij lang in het nest. Vijf tot zes weken is niet uitzonderlijk. Bij de nestverlating lijken de jongen al heel sterk op de ouders, ze zijn wel nog matter gekleurd, het rood op de borst toont zwart en de iris is gewoon donker. Ook in grootte is er nog een achterstand, een nestverlatende vogel heeft slechts voor twee derde de grootte van zijn ouders. Er kan zowat het gans jaar door gebroed worden en het is ook niet abnormaal dat jonge vogels uit een vorig nest de ouders meehelpen bij het grootbrengen van jongen uit de tweede ronde.

Verzorging. Is in wezen niet moeilijker dan bij vergelijkbare soorten. Gaven we aan dat er in de natuur in hoofdzaak wordt geleefd van vruchten en insecten dan kunnen we met overtuiging schrijven dat baardvogels in avicultuur tot de ‘alleseters’ kunnen gerekend worden. Universeelvoer en Clausvoeding, eivoer, havervlokken, druivensuiker, honing, bessen, vruchten, allerhande insecten, stukjes hardgekookt ei, … alles wordt opgenomen. Kortom, de voeding stelt geen problemen al moet het gezegd dat, ondanks de vrij grote snavel, er altijd kleine voedselbrokken opgenomen worden. Om aan het nodige calcium te voldoen kunnen vruchten een tot twee keer per week aangesterkt worden. Drink- en badwater? Als steeds: zo vers mogelijk! En nog: baardvogels komen niet graag op de grond (maar doen het wel), daarom plaats het voeder liefst er niet op.

Huisvesting. Als altijd kan de volière niet groot genoeg zijn. Maar dat is helaas niet altijd mogelijk. Ook moeten we onthouden dat de zwartband tandbaardvogel ook zeer territoriaal kan zijn. Kleinere vogels kunnen er daarom moeilijk bij geplaatst worden, zelfs met grotere vogels valt het samenleven niet altijd mee. En nog: in Afrika leeft die vogel in een vrijwel constant warme omgeving. Winterhard kan hij niet genoemd worden. Hij moet, zoals dit zo keurig wordt genoemd, ‘matig verwarmd overwinterd worden.’ Het meest interessante lijkt een buitenvolière te zijn met toegang tot een binnenhok waarbij het koppel alleen wordt gehouden. In dat geval leren we een bijzonder rustige vogel kennen die alleen bij opwinding luidruchtig kan zijn. Niet onbelangrijk zijn de zitstokken. Gezien het poottype mag het duidelijk zijn dat dit alleen sterke takken/stokken kunnen zijn. Met een boomstam of -stammen plezieren we de zwartband tandbaardvogel zeker, misschien wordt er wel een nestholte in uitgehouwen. En nu we het toch over houwen hebben: wie baardvogels houdt in houten volières doet er goed aan om op tijd en stond het houtwerk te controleren!

 
Digiprove sealThis content has been Digiproved © 2023 Danny Roels

Leave a Reply

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *