Een al wat oudere mutatie bij de zebravink is witborst die naar ons aanvoelen aan een gestage terugkeer werkt. Niet alleen de opkomst van recentere kleurslagen heeft witborst, gedeeltelijk, op de achtergrond gedrukt maar ook de niet te onderschatten standaardeisen zijn vaak een struikelblok.
Borstkleur. Witborst heeft zijn bestaan te danken aan het feit dat zowel eumelanine als phaeomelanine sterk onderdrukt wordt waarbij we onthouden dat dit niet op ieder bevederingsdeel even sterk is. Hierbij ontstaat een zebravink die in zijn verschijningsvorm, althans in zijn ideaalbeeld, een plaatje kan genoemd worden. De naam laat al vermoeden, of suggereert op zijn minst, een wit gekleurde borst. We voegen eraan toe dat dit zowel voor man als pop geldt. En dit is meteen, en vaak genoeg, een eerste struikelblok want witborsten met een écht zuivere witte borstkleur zijn niet op iedere straathoek terug te vinden en al zeker niet voor de tweede (volledige) rui. Het is goed om weten dat deze mutatie écht op zijn mooist is gedurende het tweede en het derde levensjaar.
Buikkleur. Alle witborstzebravinken bezitten verder een spierwitte buik. Wellicht weet u dat er zich in de buikbevedering bij deze vogel geen eumelanine bevindt. In dit bevederingsonderdeel is er enkel phaeomelanine aanwezig. Nu bij witborst wordt de daar aanwezige kleurstof, phaeomelanine dus, volledig gemuteerd waardoor we ook hier een witte buik krijgen. Een witte borst gecombineerd met een witte buik betekent dat een witborst van onder de kin tot in de onderstaartdekveren volledig wit kleurt.
Traanstreep en snavellijn. En nog is het niet gedaan. Hij of zij die een witborstzebravink grondig bekijkt ziet samen met ons dat deze kleurslag vrij is van oog- en snavellijn. Ook hier moet, of zou moeten, de reductie totaal zijn. We schrijven wel degelijk ‘zou’ want de praktijk leert dat het niet altijd mogelijk is om een totale reductie van de traanstreep te realiseren.
Rugkleur en vleugeldek. In vroegere tijden was er van witborst geen sprake, althans niet wat de benaming betreft. Oudere liefhebbers weten zich ongetwijfeld te herinneren dat witborst destijds ‘zilvervleugel’ werd genoemd. Voor velen een wat fantasierijke naam maar toch zat daar een (gedeeltelijke) waarheid in. De kleur van rug- en vleugeldek wordt door reductie van phaeomelanine in de veertoppen opgebleekt wat in combinatie met de gereduceerde buitenvlaggen van de slagpennen, resulteert in een witte omzoming van de daar aanwezige veren. Met wat goede wil kan hier, en dan zeker bij vogels uit de grijsreeks, een zilverachtige vleugelkleur opgemerkt worden. Die opgebleekte veertjes geven in het totaalbeeld aan de witborst een prachtig schubeffect.
Wang- en flankkleur. Tot de mooiste tekeningen van de mannelijke zebravink wordt wang- en flanktekening gerekend. Zeg zelf, een diep oranjekleurige wang, spreekt aan en een bruine flanktekening onderbroken door witte stippen is in de vogelwereld onalledaags. Wees gerust, de mannelijke witborst blijft deze twee tekeningen behouden maar, en ook hier, in een afgezwakte vorm hoewel de standaardeisen vragen dat die twee kleurvelden ook bij witborst zo diep mogelijk doorgekleurd blijven. U ziet, een sinecure om goede witborsten naar de show te brengen is het zeker niet. Een zebravinkenkweker hoeven we ook niet uit te leggen dat een vrouwelijke vogel geen oranje wangkleur bezit. Die toont gewoon grijs. En toch, bij witborst kleurt de wang bij de pop ook wit. Moeilijker en anders wordt het bij de vrouwelijke flanktekening. Hier krijgen we twee mogelijkheden. Of de flank kleurt wit, of de flank kleurt grijs. Beide varianten worden op de keurtafel geaccepteerd. Weet wel dat een pop mét flankkleur er doorgaans één is met een onzuivere borst- en wangkleur.
Kop. Ook de kopkleur ontsnapt niet aan de invloed van de witborstfactor. Wie een zebravink beziet stelt vast dat de kopbevedering bestaat uit vrij korte veertjes die dakpansgewijs over elkaar liggen. Omdat ook zij opbleken is de kopkleur in vergelijk met de wildkleurige zebravink lichter van tint. Het gebeurt zelfs dat er een zuivere witte band ontstaat tussen het begin van de snavelinplant en het begin van het gepigmenteerde veerveld. Dit is volgens de opgelegde standaardeisen niet toegestaan.
Staarttekening. Rest tenslotte de staarttekening. Bij klassieke vogels wordt gestreefd naar keurig afgelijnde blokken in zwart en wit. Dit is hier niet anders maar toch zien we ook hier een opbleking van de staarttekening. Het gebeurt zelfs dat bij sommige vogels de staartblokken nog amper of zelfs in het geheel niet meer te zien zijn. Dat dit niet het beoogde doel is moet eigenlijk niet geschreven worden.
Tentoonstelling. Uit wat voorafgaat is het niet zo moeilijk om te ontdekken dat witborst op zich een contrastrijke tekeningvogel is waarbij, onder meer, de vleugeltekeningen niet alleen duidelijk en scherp aanwezig moeten zijn maar bovendien symmetrisch. Een witborst ingestuurd naar een vogelshow met enkele ontbrekende kleine vleugeldekveren zondigt tegen de gevraagde symmetrie. En wees gerust, dit valt niet te verdoezelen. Het geoefend oog van de keurmeester stelt het zo vast. We schreven al dat de wangvlek zo diep mogelijk van kleur moet zijn maar hier stopt het niet. Belangrijk is ook dat er zich nog kleur rondom de wangen bevindt. Hoe vaak zien we niet dat er zich een witte rand boven en achter de wangvlek ontwikkelt die in het geheel als zeer storend wordt ervaren. Komen we ook nog even terug op de staarttekening. Eigenlijk hoeft die zo donker mogelijk te zijn wat het contrast in het geheel nog aansterkt. Niet onbelangrijk is en blijft dat de kopkleur doorloopt tot aan de snavelinplant. Een veel voorkomende kleurfout is een wit veerveld langs de bovensnavel.
En nog … Weet dat een jonge witborst het nest verlaat met geen of weinig karakteristieken van witborst. Het is pas bij het begin van de jeugdrui dat de verschillen met een niet witborst zich écht manifesteren.
Combinatie met bruin, bleekrug grijs en masker grijs. Deze combinaties zijn ieder voor zich heel mooi en ook, relatief makkelijk, te realiseren. Laten we het voorbeeld van witborst bruin nemen. Witborst vererft tegenover niet witborst recessief autosomaal. Beide geslachten kunnen dus witborstverervend zijn. Bruin daarentegen heeft een geslachtsgebonden autosomale vererving. Hier kunnen alleen mannen split voor bruin zijn. Vertrekkend met een witborst grijze pop kunnen we op twee jaar tijd zowel witborst bruine mannen als witborst bruine poppen kweken via navolgend schema.
Eerste jaar.
Bruin x witborst grijs geeft theoretisch: | |
50% mannen | Grijs van kleur maar split voor én bruin én witborst. |
50% poppen | Bruin van kleur enkel witborst verervend. |
Tweede jaar.
Grijs split voor bruin en split voor witborst x bruin split voor witborst geeft theoretisch: | |
12,50% mannen | Grijs maar split voor én bruin én witborst. |
6,25% mannen | Grijs maar split voor bruin. |
6,25% mannen | Witborst grijs maar split voor bruin. |
12,50% mannen | Bruin maar split voor witborst. |
6,25% mannen | Bruin. |
6,25% mannen | Witborst bruin. |
12,50% poppen | Grijs maar split voor witborst. |
6,25% poppen | Grijs. |
6,25 poppen | Witborst grijs. |
12,50% poppen | Bruin maar split voor witborst. |
6,25% poppen | Bruin. |
6,25% poppen | Witborst bruin. |
Wie witborst bleekrug grijs of witborst masker grijs wil kweken kan op dezelfde manier te werk gaan. In bovenstaande tabel hoeft u respectievelijk bruin te vervangen door, naargelang, bleekrug grijs of masker grijs.
Mooi stukje en herkenbaar. Ik heb jaren geleden ook Witborsten gekweekt, lastig was om volledig witte borst bij mannen te kweken, bij poppen was het wat makkelijker.