Wat is dat eigenlijk, dimorfisme?

Dimorfisme is een term die bij vogels wordt gebruikt om het uiterlijke verschil aan te tonen tussen man en pop bij dezelfde soort. Het gaat dus om wat een liefhebber zelf kan waarnemen en geenszins over de geslachtsorganen. Die laatste bevinden zich namelijk in de vogel. En nog, bij zowat de helft van alle soorten is het gewoon onmogelijk om op het zicht te zeggen wie man en pop is. Die vogels zijn niet dimorf maar monomorf.

Vooraf

Meerdere vormen. Zo:

  1. Kleur en tekening alleen, (wellicht) het meest voorkomend.
  2. Dimorfisme kan ook slaan op het verschil in grootte tussen man en pop.
  3. Er bestaan zelfs vogels die quasi gelijk gekleurd en getekend zijn maar toch via een klein, zeg maar subtiel verschil toch op het zicht uit elkaar te halen zijn.
  4. Bij kweekrijpe vinkachtigen [Passeriformes] verandert de cloaca tijdens het broedseizoen. Visueel kan dit alleen worden vastgesteld als de buikbevedering wordt weggeblazen.
  5. En er is uiteraard ook nog de zang. Naar verluidt een zeer betrouwbare techniek om man en pop onderling te herkennen … hoewel, … bij meerdere soorten zingt ook het wijfje.

Voorbeelden

1. Verschil in kleur en tekening. Niet moeilijk, er zijn legio voorbeelden. Het verschil tussen man en pop van een volwassen zebravink [Taeniopygia guttata] is groot. Zelfs een leek ziet het verschil en die zal er ook van uitgaan dat de man diegene is met de mooie wangvlek, de prachtige flanktekening, de in het oog springende borsttekening enzovoort. Mannen zijn in de ornithologische wereld van nature uit mooier dan wijfjes. Dat is de achterliggende gedachte. Maar toch gaat dit niet altijd op. Ook wijfjes zijn bij sommige vogelsoorten (heel) wat mooier dan mannen. Een goed voorbeeld zijn franjepoten [Phalaropes] waarbij popjes veel en veel mooier gekleurd zijn dan hun eega’s. Dit gaat ook op voor strandlopers [Scolopacidae] maar net zo goed voor vechtkwartels [Turnicidae]. Het best gekende voorbeeld, in avicultuur toch, is wellicht dat van de edelpapegaai [Eclectus roratus]. De pop is hier in haar rode en blauwe kleur dusdanig mooi gekleurd dat het heel lang heeft geduurd voor de mens het door had dat die saai groen gekleurde vogel haar man was. Er werd zelfs lang gedacht dat het twee verschillende vogels betrof

2. Verschil in grootte. Ook dit is een voorkomend verschil tussen man en pop. Wijfjes bij roofvogels en uilen zijn groter, en kunnen in sommige gevallen zelfs heel wat groter zijn, dan de tarsel (specifieke naam voor een mannelijke roofvogel). Weetje: wist u dat het grootste verschil tussen man en pop in grootte terug te vinden is bij de grote trap [Otis tarda]. De man is hier liefst drie keer groter dan de pop.

3. Subtiele verschillen. Dit zijn meestal kleine, maar toch heel duidelijke verschillen tussen man en pop. Een wel bijzonder goed voorbeeld is dit van de grasparkiet [Melopsittacus undulatus]. Slechts de kleur van de neusdop verraadt het geslacht. Blauw voor de man, bruin voor de pop. Hetzelfde verhaal voor de ijsvogel [Alcedo atthis]. Man en pop zijn in zowat alles gelijk behalve in de kleur van de ondersnavel. Die kleurt volledig zwart bij de man (zie foto) maar oranje bij de pop. Soorten met nog wel heel kleine verschillen zijn onder meer distelvink [Carduelis carduelis] en ringmus [Passer montanus]. Zo loopt bij de mannelijke distelvink het rode masker tot achter het oog, bij de pop (net) niet. Bij de ringmus kleurt de schoudervlek bij de man dieper paars dan bij de pop.

4. Cloaca. Bij de meeste vogels brengt de man de zaadcellen bij de pop door met zijn cloaca tegen de cloaca van de pop te wrijven. Bij vinkachtigen [Passeriformes] zal een in kweekconditie zijnde vogel ook een duidelijk verschil tussen man en pop aanwijzen al moeten we er de vogels wel voor in de hand nemen. Als we de veertjes op de onderbuik wegblazen zullen we naast een wat ingevallen onderlichaam ook duidelijk, wat men noemt, een tap kunnen zien van zowat een halve centimeter voor de man. Blazen we op dezelfde plaats de veertjes weg bij de pop dan zien we een vrijwel rond lichaam, zonder inval, zonder tap.

5. Zang. Algemeen wordt vogelzang toegeschreven aan mannelijke exemplaren. In de vroege lente zingen mannen heel veel. Dit gebeurt om twee redenen. Eén, om een mogelijke partner naar het territorium te lokken en twee, om eenmaal een partner gevonden te hebben het territorium verder te verdedigen. Maar toch, er zijn ook vrouwelijke vogels die heel mooi zingen. Lauryn Benedict van de universiteit van Noord-Colorado deed hier onderzoek naar. Ze stelt dat op vandaag er zo’n 660 soorten bekend zijn waar ook poppen zingen. Voorbeelden? Rode kardinaal [Cardinalis cardinalis] uit Noord-Amerika, scharlakenrode vliegenvanger [Petroica boodang] uit Australië, maar dichterbij ook het alom gekende roodborstje [Erithacus rubecula].

 

 
Digiprove sealThis content has been Digiproved © 2023 Danny Roels

Leave a Reply

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *