Vogelinfo vzw.
Van de tjiftjaf [Phylloscopus collybita] weten we dat hij in de winter naar Noord-Afrika trekt maar dat het wellicht de langst bij ons zijnde trekvogel is. Vorig jaar zag en hoorde ik hem voor het laatst op 23 oktober. Naar wordt verteld zijn er zelfs tjiftjaffen die de volledige winter bij ons doorbrengen. Dit kunnen we echter niet bevestigen, nog nooit hebben we het vogeltje in die periode kunnen lokaliseren. Maar wat wel juist is, is dat het één van de eerste vogeltjes is die terugkeert naar onze contreien. Medio maart kunnen we hem in onze nog kale bossen fier zijn naam horen roepen.
Eigenheden
De tjiftjaf is een weinig opvallend vogeltje van circa elf centimeter groot. Zoals u op de foto kunt zien is het zeker niet de kleurrijkste Europese zangvogel. De bovenkant is slechts grauwbruin van kleur met een streepje groen, de onderzijde is dan weer vuil- tot grauwwit ook al met een lichte geel- tot groenachtige tint. De vogel heeft verder een onduidelijke wenkbrauwstreep. Tussen man en pop is er geen uitgesproken seksueel dimorfisme. De tjiftjaf wordt ondergebracht in wat gemeenzaam ‘zangers’ worden genoemd. Hierbij wordt onder meer bedoeld dat het gaat om kleine, onopvallende gekleurde vogeltjes met een dunne snavel en fijne poten. Tot die zangers behoren onder andere ook de tuinfluiter [Sylvia borin], de zwartkop [Sylvia atricapilla] en de sterk op de tjiftjaf lijkende fitis [Phylloscopus trochilus]. De zang van de tjiftjaf bestaat grotendeels uit het herhaald roepen van zijn eigen naam. En dit is bij waarnemingen in de natuur zonder meer het betrouwbaarste determinatiemiddel tegenover de fitis.
Biotoop
De tjiftjaf is over het algemeen een boomvogeltje, maar komt ook voor in rietmoerassen, struikgewas, rondom weiden en in (verwilderde) tuinen. De vogel komt nagenoeg in gans Europa voor en zijn populatie wordt op zestig tot honderd miljoen exemplaren geschat. Hij is volledig op insecten ingesteld maar versmaad geenszins de eitjes en de larven ervan. Op jacht naar voedsel sluipt hij tussen de bladeren door, vliegt van tak tot tak waar hij altijd weer een insect tracht te vatten. Maar ook worden er al vliegend kleinere insecten verschalkt. Bijzonder ook is dat de tjiftjaf, maar hij niet alleen, wel eens ‘bladkijker’ wordt genoemd. Het spreekt voor zich dat dit slaat op de manier waarop de vogel naar voedsel zoekt. Die naam wordt overigens ook wel eens gebruikt voor de verwante en al genoemde fitis.
Kweek
De man eigent zich bij het begin van zijn terugkomst uit Afrika, dit gebeurt twee tot drie weken voor de terugkomst van de wijfjes, een eigen territorium toe dat met hand en tand wordt verdedigd tegenover andere, concurrerende mannen. Zelf hebben we gezien hoe twee dergelijke mannen letterlijk over de grond rolden om, naar gelang, het territorium te behouden of om het binnen te dringen. En hoewel de tjiftjaf graag hoog in de bomen toeft wordt het nest toch altijd net boven en zelfs tegen de grond gebouwd in de dichte vegetatie van onder meer braamstruiken, heesters, brandnetels enz. Voor de nestbouw draait alleen de pop op. Ze bouwt het nest met dorre bladeren en grassen en mossen. Het nest is van het halfopen type, met zijingang en het wordt binnenin met veren gestoffeerd. Er worden van vijf tot zes glanzend witte eieren gelegd die lichte paarsbruine vlekjes tonen. De tjiftjafpop heeft het echt niet getroffen. Ze moet niet alleen het nest maken maar bovendien moet ze ook de volledige broedtijd, die twee weken duurt, op zich nemen. En in al die tijd vindt de man geen moment om de pop op het nest te voeden. Zijn er jongen dan valt de zorg ervoor vooral, en opnieuw op de frêle schouders van het wijfje. Hoeft het dan ook te verbazen dat er in de regel bij deze vogel slechts over een broedronde gesproken wordt? De jongen, die uitsluitend met insecten worden grootgebracht blijven twee weken in het nest. Na het uitvliegen worden ze nog eens gedurende dezelfde tijd door de pop nagevoed
En nog
De dicht bij de grond nestelende tjiftjaf wordt bedreigd door onder meer ratten, wezels, verwilderde katten maar ook door eksters en gaaien. Al die genoemde zijn tuk op de makkelijk te roven eieren of jongen. Bij gelegenheid legt ook de Europese koekoek [Cuculus canorus] wel eens een eitje in het nest van de tjiftjaf. Maar meestal wordt dit door het broedende wijfje opgemerkt waarna het nest prompt verlaten wordt.
Meerdere foto’s van tjiftjaf en andere zangvogels vindt u in de fotogalerij onder zangvogels.
This content has been Digiproved © 2020 Danny Roels