Ekster [Pica pica]

Vogelinfo vzw.

De ekster [Pica pica] heeft in meerdere milieus een slechte naam. Hij is immers een geduchte rover van eieren en kleine jongen. Maar naast dat feit is die mooie zwart-wit gekleurde vogel werkelijk een alleseter. Hij lust zowel insecten, slakken, wormen, kikkers, muizen en kleine ratten, en vooral die laatste zijn nu precies ook niet van de liefste beestjes. Jagers zijn echt vijandig scherp tegenover deze vogel: hij eet immers toch zo graag eieren van fazanten, eenden en patrijzen. Zelfs hun kleine jongen zijn voor zijn snavel niet te groot. Langs de kant van de weg zien we hem verder kadavers opkuisen van verkeersslachtoffers als egels. In de winter wordt ook menselijk afval en zelfs vruchten en brood gegeten.

Algemeen

De ekster is een vrij grote Europese vogel met een zwart-wit gevederte en een lange trapvormige staart. De witte kleur wordt aangetroffen op buik, flanken en schouders. De rest van het lichaam is zwart gekleurd maar toont een blauwgroene metaalkleur. Snavel en poten kleuren zwart. Let ook op de vrij harde, maar overduidelijke zwarte haren langs de snavel, een karakteristiek die ook bij andere kraaiachtigen terug te vinden is. De grootte van een volwassen ekster wordt op zesenveertig centimeter bemeten. De jonge vogel is minder scherp getekend, valer, en uiteraard is de lange staart nog een verre droom. Tussen man en pop is er niet echt een seksueel dimorfisme. Wel wordt er van uitgegaan dat de man doorgaans iets forsiger gebouwd is. Op de grond loopt de ekster maar nu en dan wordt er ook gehuppeld. De vlucht van deze uitgesproken standvogel kan niet als snel worden beschreven. Veeleer is het een peddelende beweging en wanneer de vogel ergens landt wordt er altijd weer eerst met de lange staart op en neer geslagen.

Biotoop

De ekster wordt op vandaag zowat overal waargenomen. Zelfs in de stadsparken is het een veel voorkomende soort. Langs bosranden met hoge bomen, en verder op akkerland met verspreidstaande bomen voelt hij zich het meest op zijn gemak. Het komt zelden voor dat de ekster er als eenzaat leeft. Altijd weer zijn er meerdere vogels samen te vinden zonder dat er echt van een bende kan gesproken worden. Vaak bewaren de vogels onderling een zekere afstand. Vooral tijdens de winter worden er grotere foeragerende benden waargenomen. Naar verluidt is dit met het oog op de paarvorming die later in de lente zal plaatsvinden.

Balts

Bij de balts licht de man herhaaldelijk snel de kopveren op, wordt de staart opgetild en opent en sluit deze snel als een waaier. Hij roept met zachte tonen die duidelijk anders zijn dan de gebruikelijke schreeuwerige geluiden. Korte glijvluchten en achtervolgingen horen bij het baltsritueel. Eksters vormen paren voor het leven.

Nest

De ekster maakt over het algemeen een vrij groot nest dat voornamelijk wordt opgetrokken uit takken die keurig aan elkaar worden gemetseld met modder. Weet verder dat dit nest een komvormige constructie heeft en binnenin wordt afgewerkt met fijn materiaal als plantenvezels en worteltjes. In veel gevallen wordt er ook een dak gebouwd met het liefst doornige takken. De reden is tweeërlei, één om aanvallen van grotere roofvogels te voorkomen en twee om de meest felle zonnestralen te vermijden. De meeste eksternesten worden hoog in de bomen aangetroffen maar ook wordt er wel eens een nest gebouwd in doornige bomen of struiken met een geringere lengte. Doorgaans heeft het nest een hoogte van circa zeventig centimeter en een doorsnede van veertig tot vijfenveertig centimeter. Beide seksen bouwen het nest waarbij de man als aandrager geldt en de pop als afwerker.

Broeden

De broedduur wordt gesitueerd vanaf eind maart tot mei. De ekster heeft doorgaans slechts één broedsel per seizoen. Het legsel is met zijn zes tot acht eieren wel vrij groot te noemen. Het ei heeft een vrij ovale vorm, is lichtblauw tot groen van kleur en is bezet met donkerbruine stippen en vlekken. Slechts de pop bebroedt de eieren en de broedduur wordt bemeten op zeventien tot achttien dagen. De pop begint in regel te broeden na het leggen van het tweede ei. Een pasgeboren ekster is naakt en vleeskleurig en de binnenkant van de snavel is donkerroze met enkele witte stippen op het gehemelte. De beide ouders zorgen voor de opfok van de jongen die vooral met het bovenvermeld voedsel worden grootgebracht. De juveniele vogels blijven vier weken in het nest.

Vijanden

De natuurlijke vijanden van de ekster zijn vooral roofvogels als havik, buizerd en sperwer. De ergste is wel de havik die een volwassen ekster makkelijk in de vlucht slaat. Een kraai heeft het verder wel eens op het eksternest begrepen maar die vogel lust op zijn beurt dan ook wel een eksterjong of een -ei. Zijn belangstelling voor eieren en jongen van zowel zangvogels als jachtwild, hebben er voor gezorgd, dat de ekster niet bepaald een van de populairste vogelsoorten is. In jagerskringen komt het nog al te vaak voor dat een eksternest van onderen uit met hagel wordt doorschoten om eieren, jongen en/of broedende ouder te doden. Ook de eekhoorn lust ook wel eens een ekstereitje.

Meerdere foto’s van ekster en andere zangvogels vindt u in de fotogalerij onder zangvogels.

 
Digiprove sealThis content has been Digiproved © 2020 Danny Roels

Leave a Reply

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *