Organisten, in het meervoud want er zijn meerdere soorten, zijn kleine maar kleurrijke vogels met een kleine conische snavel. We hebben in Costa Rica meerdere soorten gezien maar vandaag nemen we de lezer mee in de wonderlijke wereld van de geelkeelorganist (Euphonia hirundinacea). Een ruim voorkomende soort waarbij de man zich tooit in een uitzonderlijk mooi verenpak hoewel slechts de kleuren geel en blauw aanwezig zijn.
Herkomst. Costa-Rica is niet echt een groot land, slechts anderhalf keer België, waardoor het te begrijpen valt dat de geelkeelorganist een vogel is die ook uit buiten het mooie Costa Rica terug te vinden is. In de hierna vermelde literatuur kunnen we lezen dat de vogel voorkomt van in het oosten van Mexico tot in Panama (een buurland van Costa Rica). In zijn verspreidingsgebied geldt deze organist als een standvogel. Verder wordt vermeld dat er twee ondersoorten bestaan. De ondersoort E. h. gnatho zou zich vooral ophouden in Costa Rica. Het meest opvallend verschil tussen nominaatvorm en ondersoort bestaat erin dat de snavel van de E. h. gnatho dikker zou zijn dan die van de nominaat. De geelkeel geldt als een sterke soort die tot op hoogten van 1800 meter voorkomt.
Levenswijze. Organisten zijn beweeglijke bosvogels die zich bij voorkeur ophouden in de boomtoppen of er net onder. Meerdere vogels kunnen er samen geobserveerd worden. Het gaat om een sociaal ingestelde, en dus verdraagzame soort. Ook op en rond voedertafels is het een aanwezige vogel. Organisten zijn in het algemeen goede zangvogels. De zang wordt omschreven als luid en melodieus. Dit kunnen we enkel maar bevestigen.
Voedsel. Het betreft een uitgesproken vruchteneter. Kleinere bessen worden in een keer doorgeslikt, grotere worden platgedrukt waarbij eerst het sap wordt genuttigd. Verder komen alle andere vruchtensoorten in aanmerking. Bij het foerageren door de boomtoppen worden ook insecten bejaagd en opgenomen, zelfs boomzaden worden gegeten.
Beschrijving. Details. Grootte: 10 centimeter. Gewicht: 14 gram. Uitzicht: kort geblokt vogeltje. Oogkleur: donker. Pootkleur: donkergrijs. Staart: geblokt. Snavel: conisch, circa 0,8 centimeter, blauwgrijs aan de top zwart (man), pop lichtere snavelkleur. De foto toont een goed beeld van de vogel. Zoals u ziet zijn de kleuren blauw en geel heel prominent aanwezig bij de man. Graag wijzen we op gele kruin en de gele kin en keel omdat er ook verwante soorten zijn die sprekend op de geelkeel lijken maar er door verschillen door een meer uitgebreide gele kopkleur en een blauwe kin en keelkleur. Een voorbeeld hierbij is de geelkruin organist (Euphonia luteicapilla) om het alleen bij die te houden. Nuttig om weten is dat blauwe kleur min of meer (naar de lichtinval) een purperen weerschijn heeft wat de schoonheid van de vogel absoluut ten goede komt. Wie goed toekijkt zal zien dat de onderstaart van de afgebeelde vogel (man) wit kleurt.
Dimorfisme. Er is een groot verschil tussen man en pop. Het wijfje mist grotendeels de uitbundige kleuren van de man maar kan toch nog mooi genoemd worden. Op haar bovendelen bezit ze een olijfgroene kleur. Haar kin kleurt groengeel maar de keel en een deel van de borst bezitten een karakteristieke witte tint die doorloopt tot aan de onderbuik. Haar flanken kleuren geel. Voor verdere details zie foto.
Voortplanting. Leven organisten buiten de kweektijd vrij sociaal dan zullen de koppels zich bij het begin van de broedtijd terugtrekken en een monogaam bestaan gaan leiden. Eigen aan het nest van organisten is dat het niet alleen klein is (een doorsnede van amper acht tot hooguit negen centimeter) maar ook dat het een bolronde vorm bezit met een smalle, zijdelingse ingang. Het nest wordt door beide vogels gebouwd en wordt gemaakt met kleine bladeren, mossen, korstmossen en wortelvezels. Het nest wordt meestal dichtbij de boomtop aangetroffen. De eieren bezitten een vuilwitte grondkleur en tonen aan de bolle kant een bruinachtige stippeltekening. Een legsel bevat tussen drie en vijf eieren. Alleen de pop bebroedt ze, na een broedtijd van twee weken zijn er jongen. Man en pop zorgen samen voor de opgroeiende jongen. Het zal u geenszins verbazen dat ze dit doen met het aangehaalde voedsel bestaande uit een mix van insecten en fruit. De juveniele vogeltjes blijven tussen achttien en eenentwintig dagen in het nest. Twee weken later kunnen ze zonder de ouders verder. Jonge geelkeelorganisten lijken na het uitvliegen sterk op het wijfje maar zijn nog matter gekleurd.
Literatuur
- Animal Diversity Web.
- A Guide to the Birds of Mexico and Northern-Central America by Steve N. G. Howell, Sophie Webb.
- Birds of Costa Rica by Richard Garrigues and Robert Dean.
- Gabriel Rojas Vargas (plaatselijke gids) mondeling.

Mooie omschrijving met een mooie foto.
Ik kijk al uit naar volgende week.
Aan het einde van je reeks alles bundelen man,een uniek boek waar wij met enkelen bij het lezen ervan gewoon alles voor ogen kunnen halen en de vogels horen fluiten….dat maakt de cirkel rond!!!vakantie,zien,noteren,bundelen en alles voor ogen trekken,hoe gaaf is dat..
Hola, Danny,
U weet, dat ik in Costa Rica woon, en ik vind, dat de organisten prachtig zingen.
Hun wetenschappelijke naam, voor diegenen die Latijn Grieks gestudeerd hebben weten,
dat eu staat voor goed, en phonia voor stem, geluid.
Zonnige groeten,
Paul