Vogels, nesten, jongen, broedparasieten, strategieën …? Daar zijn tientallen opmerkelijke verhalen over te schrijven. Het ene al meer bizar dan het ander. Zelf lees ik zowat alles wat er over vogels te lezen valt. Ik noteerde volgende bijzonderheden.
15. Andere vogels, broedparasieten genaamd, zien af van enige nestbouw en vertrouwen hun eieren toe aan waardvogels. Die broeden de eieren uit en staan verder in voor de opvoeding van het jong (of ook de jongen) tot die volwassen genoeg zijn om alleen verder te kunnen.
- De koekoek [Cuculus canorus] is hier te lande de best gekende broedparasiet. De pop is een expert in de kunst van het misleiden waarbij haar strategie stoelt op snelheid en verrassing. Ze steelt een ei, legt het hare in de plaats en vliegt weg met het gestolen ei in de bek. Dit realiseert ze in net geen tien seconden!
- De hiervoor genoemde koekoek parasiteert meerdere vogelsoorten waarbij ze in staat is om én kleur én patroon van de eieren van haar gastvogel tot in de perfectie te imiteren. Elke vrouwelijke koekoek is gespecialiseerd op een bepaalde soort. Hoe ze erin slaagt om telkens weer een ei te leggen dat het ei van de gastvogel zo nauwkeurig imiteert is een van de belangrijkste mysteries van de natuur.
- Maar toch, veel waardvogels zijn niet dom en leren instinctmatig aan om vreemde eieren in het nest alsnog te herkennen. Gebeurt dit dan wordt het vreemde ei, of uit het nest verwijderd of, wordt er indien dit niet lukt er gewoon een nieuw nest gebouwd.
- Andere gekende broedparasieten zijn diverse widasoorten. Vele van hen zijn, en dit is enkel van toepassing op mannelijke vogels, uitgedost met merkwaardige lange staartveren, althans tijdens de broedtijd. De popjes van die widasoorten leggen hun eieren bij die van kleine prachtvinken. Het grote verschil tussen ‘onze’ koekoek en widasoorten bestaat erin dat jonge wida’s de jonge prachtvinkjes niet uit het nest gooien maar dat ze gezamenlijk groot worden. Bij de geboorte is er geen uiterlijk verschil tussen jonge wida’s en prachtvinken, zelfs de karakteristieke verhemeltetekening is gelijk! Zelfs bij de nestverlating is er nog altijd, amper of geen, verschil te merken. De verschillen komen pas écht tot uiting gedurende de jeugdrui.
- Een extreme vorm van strijd tussen gastheer en parasiet gebeurt tussen de Californische muggenvanger [Polioptila californica] en door diverse koevogels die eerstgenoemde parasiteren. Als de muggenvanger door heeft dat een koevogel een ei in haar nest heeft gelegd wordt het nest volledig afgebroken en alle aanwezige eieren vernietigd. Hierna bouwt de muggenvanger gewoon een nieuw nest!
- Een andere gekende broedparasiet betreft de grote honingspeurder [Indicator indicator] die de eieren deponeert in het nest van de dwergbijeneter [Merops pusillus]. Voor de pop van de honingspeurder haar ei legt hakt ze eerst gaatjes met haar snavel in de reeds aanwezige eieren zodat die niet meer kunnen kippen. Maar toch, soms doet het wijfje haar werk niet goed en worden er toch kleine bijeneters geboren. Welnu, de jonge honingspeurder wordt geboren met een krachtige snavel mét haak die hem in staat stelt om alle andere aanwezige jongen de kop in te slaan. Op die manier is al het voedsel voor hem alleen! En nog, nadat alle jonge bijeneters gedood zijn valt de haak af. Hij heeft geen enkel nut meer, vandaar. En de bijeneters? Die brengen de moordenaar van hun eigen jongen groot.
- Sommige vogeljongen manipuleren hun ouders al nog voor ze uit het ei gekomen zijn! Wist u dat kuikens van de Amerikaanse witte pelikaan [Pelecanus erythrorhynchos] hun ouders vertellen wanneer ze het te koud of te warm hebben in het ei. Dit gebeurt door noodoproepen die gebeuren vanuit het ei. Op die signalen reageert de broedende pelikaan door de eieren te keren tot de meest geschikte temperatuur binnen het ei opnieuw aanwezig is.
- Bij de zwarte arend [Ictinaetus malayensis], gebeurt een ander drama. Hier bevat het nest altijd twee eieren die met een tussenpoos van drie dagen worden gelegd. Maar het wijfje start de broedtijd onmiddellijk nadat het eerste ei gelegd is. Resultaat, het tweede jong begint met een dusdanige grote achterstand tegenover het oudere jong dat het geen schijn van kans maakt om ooit groot te worden. Het wordt ook door de oudervogels genegeerd waardoor het van honger omkomt. Maar waarom worden er dan twee eieren gelegd? Wel het tweede ei is een soort van verzekering dat er toch een jonge vogel zal zijn mocht er met het eerst gelegde ei iets verkeerd gaan.
- Maar het kan ook anders. Rosella’s [Platycercus] bijvoorbeeld staan in de ornithologische wereld gekend als goede oudervogels. Zijn er jongen in het nest dan zitten daar leeftijdsverschillen op van soms zes, zeven, acht of nog meer dagen. Het gebeurt hier zelden dat niet alle jongen gevoed worden, van klein naar groot, of van groot naar klein.
- Bij de modderkraai [Corcorax melanorhamphos] uit Australië gebeurt het dat vier oudervogels nodig zijn om een jong groot te krijgen. De reden hiervoor is dat ze een speciaal soort van keverlarven eten die moeilijk te vinden zijn maar ook dat het tot een jaar kan duren voor de jonge vogel op eigen benen kan staan. Als het zover is wordt het door zijn oudervogels gerekruteerd om op zijn beurt, gedurende de eerste jaren van zijn leven, in te staan voor andere jonge vogels.
Literatuur
Scientas
Cornell University
Birdimage
Willy Van Strien
Wikipedia