Rijstvogel

De rijstvogel [Padda oryzivora] is zonder meer een zeer mooie Aziatische vogel die in Europa in steeds meerdere kleuren[combinaties] wordt gekweekt.

Dimorfisme. Al heeft de rijstvogel niet echt seksueel dimorfistische eigenschappen dan is het toch niet zo problematisch om een paar samen te stellen. Zo heeft de man [in kweekconditie] over het algemeen.

  • Dieper rood doorgekleurde oogringen. Hoewel de kweker hierbij ook moet overwegen dat de kleur en de breedte hiervan niet alleen afhankelijk is van het geslacht maar ook van de ouderdom van de vogel en van de algemene conditie. Zelfs de heersende temperatuur waarin de vogel verblijft speelt hierbij een rol.
  • Is zijn snavel een tikkeltje zwaarder van bouw dan die van haar.
  • Is de bevedering van hem vaak een ietsje dieper doorgekleurd dan de bevedering van haar.
  • En komt de man in zijn geheel ook wat forsiger over.

Wie nog twijfelt moet wachten op de zang van de man. Die is zeker niet luid maar wordt vaak voortgebracht en dan zeker in de nabijheid van een pop. Hierbij wordt de bevedering lichtjes opgericht, en er worden lichte sprongen gemaakt en er wordt met de kop geknikt.

Kweek. Algemeen wordt aangenomen dat een vogel op zijn minst negen maand oud moet zijn voor hij of zij in de kweek kan worden gebracht. Dit geldt zeker voor de rijstvogel en onze overtuiging is zelfs dat de vogels hier op zijn minst twaalf maand oud moeten zijn. Het voorkomt gewoon teleurstellingen. Legio zijn voorbeelden van te jonge poppen die het vertikken om te broeden, of slechts weinig eieren leggen of die er onderuitgaan aan legnood. Vergeten we ook niet dat een rijstvogel pas écht volgroeid is na een jaar. Uitgegroeide vogels zijn betrouwbare ouders en kunnen, mits een goede conditie, vier tot vijf jaar na elkaar als kweekkoppel gebruikt worden. De rijstvogel is thans een uitgesproken kooivogel die zonder veel moeite uitstekend te kweken valt. Dit feit heeft het onmiskenbare voordeel dat de broedprestaties per koppel op de voet kunnen gevolgd worden. De kweekkooien die doorgaans gebruikt worden zijn 60 x 40 x 40 cm [lxbxh] met de nestkast buiten de kweekkooi aangebracht. Binnenin moeten twee goed vastgemaakte zitstokken worden bevestigd. Veelvuldig gebruikte nestkasten voor de kweek zijn van het kubusvormige halfopen type. Bij het samenplaatsen van een broedrijp koppel kan er zelfs aangenomen worden dat er binnen de twee tot drie dagen met nestbouw zal begonnen worden. De eerste eieren kunnen dan een week tot twee weken later verhoopt worden. Liggen er na drie weken nog geen eieren in het nest dan is het beter het koppel te scheiden en ze wat rust te gunnen. Later kunnen beide vogels opnieuw samengebracht worden of ieder individueel gekoppeld worden aan een andere vogel. Het nest zelf is weinig omvattend, slechts wat bolrond van vorm maar een grondige afwerking is er zelden.

Broedconditie. Kweken met vogels houdt in dat de beide geslachten in een prima fysieke conditie moeten zijn. Bij de rijstvogel kan die voorwaarde letterlijk van de vogel afgelezen worden. Een conditioneel sterke rijstvogel zal de bevedering netjes en gesloten tegen het lichaam aanhouden, de man zal voortdurend zingen en op de zitstok op en neer wippen, de oogring zal dieprood doorgekleurd zijn en hetzelfde kan gesteld worden van de roodgekleurde snavelhelften. Een in conditie zijnde pop is een beweeglijke vogel die voortdurend van stok tot stok vliegt. Hierbij zal ze een eerder gerekte houding aannemen waarbij de staart min of meer schuin gehouden wordt. Die broedconditie is echt nodig omdat er van de vogels toch nogal wat inspanningen worden gevraagd. Zo moet de pop onder meer een zeker aantal eieren produceren, bij de rijstvogel kan dit tot acht [!] eieren per nest betekenen, moet er gedurende achttien dagen gebroed worden waarbij dagelijks badwater nodig is om de vogels fit te houden. De ouders moeten verder instaan voor het grootbrengen der nestjongen en moeten na het uitvliegen ervan nog steeds paraat staan voor de nazorg. Al bij al bestaat één kweekronde, zie onderstaand lijstje, bij de rijstvogel uit ruim tien tot elf weken niet te onderschatten inspanningen van de oudervogels. Vandaar ook dat we zelf twee kweekronden per jaar als ruim voldoende beschouwen.

Kweektijd. Na het samenstellen van de koppels.

  • Acht tot veertien dagen voor het eerste ei.
  • Achttien dagen broedtijd.
  • Dertig dagen nesttijd der jongen.
  • Veertien dagen nazorg.
  • Zeventig tot zesenzeventig dagen per nest. Twee nestronden betekenen dus honderdveertig tot honderdtweeënvijftig dagen kweektijd.

Verzorging jongen. De kegelvormige snavel van de rijstvogel duidt duidelijk aan dat het gaat om een zaadeter. In zijn natuurlijke biotoop voedt hij zich met allerhande zaden en uiteraard met rijst. In onze kweekkooi wordt dit vertaald naar een ‘goede’ zadenmengeling voor exotische vogels of voor kleine parkieten met een toemaatje van een weinig rijst en/of een beetje kempzaad en haver. De traditionele extra’s aan trosgierst, groenvoer, eiwitten enz. zijn ook hier van toepassing. Eivoer wordt graag opgenomen. Deze voeding volstaat om de jonge rijstvogel moeiteloos naar de volwassenheid te brengen. Veel liefhebbers bieden hun vogels ook nog gekiemde zaden aan. Zelf vinden we dit een van de beste bijvoedingen voor vogels. Niet onbelangrijk, en dit geldt lang niet alleen voor de rijstvogel, is om onze vogels jaar in jaar uit van kalkhoudende [grit, sepia, …] mineralen te voorzien. Het helpt niet alleen bij de vorming van het skelet en de lichaamsbouw maar biedt een zeker houvast voor de latere kweek. Dierlijke eiwitten zijn niet nodig hoewel pinkies wel graag worden opgenomen. Meelwormen daarentegen worden niet door iedere rijstvogel genuttigd. Iedere kweker van deze vogel houdt er wel zijn eigen voedingswijze op na. Indien dit leidt tot goede resultaten moet die verzorging uiteraard aangehouden worden. Vele wegen leiden naar Rome, toch?

 
Digiprove sealThis content has been Digiproved © 2022 Danny Roels

2 comments

Leave a Reply

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *