Op weg naar Juanilama wordt de aandacht getrokken door een prachtige, voor 95% groen gekleurde parkiet, die zich in een boomgaard te goed doet aan rijpend fruit. Dat het om een aratinga gaat weten we met zekerheid maar toch moeten we onze ‘Field Guide of the Birds of Costa Rica’ raadplegen om met zekerheid te kunnen zeggen dat het de Aratinga finschi betreft, in het Nederlands Finch’ aratinga.
Herkomst. Het verspreidingsgebied strekt zich uit over Nicaragua, Costa Rica en Panama. Daar is het een bewoner van open plaatsen met verspreidstaande bomen maar ook in niet te dichtbegroeide bossen kan de finch’ aratinga waargenomen worden. Om te slapen worden boomtoppen uitgezocht met dichte bladeren, de natuurlijke groene kleur van de vogel is hierbij een uitmuntende schutkleur. Naar verluidt wordt er geleefd tot op hoogten van 1700 meter. Volgens IUCN gaat het om een veelvoorkomende vogel die op de befaamde lijst als niet bedreigd staat genoteerd.
Levenswijze. In de natuurlijke habitat is deze parkiet haast altijd paarsgewijs of in kleine groepen aan te treffen. De door ons geobserveerde vogels telden acht exemplaren. Schrik hadden ze niet, de vogels lieten zich makkelijk benaderen hoewel het duidelijk is dat het gaat om een zeer actieve vogel. Poseren voor de foto zat er niet echt in, er wordt niet stil gezeten en er wordt voortdurend geroepen. Dit laatste is niet luid en kan niet als storend ervaren worden. Enkel bij het opvliegen wordt er harder geschreeuwd.
Voedsel. De natuurlijke habitat heeft deze vogel veel te bieden. Hij leeft er onder andere van bloemknoppen, fruit en zaden. Wat dit betreft is de keuze groot maar naar wordt beweerd is er toch een natuurlijke voorkeur voor zaden van de koraalboom. Typisch is hier dat de bloemen opvallend scharlaken- of koraalrood zijn, vandaar de naam koraalboom. Tot afgrijzen van de plaatselijke boer worden ook koffieplantages bezocht.
Details. Grootte: ± 28 centimeter. Gewicht: ± 150 gram. Naakte huid rond het oog: wit. Oog: donker met een oranje oogring. Snavel: hoornkleurig, krachtig, scherp. Bovensnavel duidelijk langer dan ondersnavel. Pootkleur: donkergrijs. Nagels: zwart.
Lichaam. De finch’ aratinga is een in hoofdzaak groengekleurde vogel maar in dit groen zijn kleine kleurennuances, van vogel tot vogel zelfs verschillend, op te merken. Het voorhoofd kleurt net boven de snavel rood en bij sommige exemplaren valt er ook rood in de nek te noteren. De afgebeelde vogel toont verder rood rond de wangen. De vleugelbocht en de buitenste ondervleugeldekveren kleuren eveneens rood. Bij het opvliegen valt de lichter gekleurde onderzijde altijd op.
Dimorfisme. Onbestaand, man en pop zijn identiek gekleurd. Hij of zij die de finch’ parkiet in avicultuur wil houden moet de vogels via een DNA-test laten seksen.
Holenbroeder. De natuurlijke broedtijd vangt aan bij het begin van het droge seizoen (december tot april). Op een uitzondering na zijn alle parkietachtigen holenbroeders en dit is ook hier het geval. Palmbomen zouden de voorkeur hebben als nestplaats. Naar verluidt is het niet vreemd dat er soms meerdere nesten dicht bij elkaar worden aangetroffen.
Nest & eieren. Over een nest als dusdanig kan er niet gesproken worden. De pop legt haar twee tot vier witte eieren gewoon op de houten nestbodem. Tussen de leg van ieder ei is er een tijdspanne van twee dagen.
Jongen. Slechts de pop bebroedt de eieren, ze trekt er 23 dagen voor uit. Als er jongen te voeden zijn neemt ook de man zijn verantwoordelijkheid en gaat de jongen azen. De nesttijd valt met 55 dagen vrij lang te noemen. Na het uitvliegen duurt het nog vier weken voor de jonge finch’ aratinga zelfstandig kan genoemd worden. Er is slechts één nest per seizoen.
Literatuur
- Animal Diversity Web.
- A Guide to the Birds of Mexico and Northern-Central America by Steve N. G. Howell, Sophie Webb.
- Birds of Costa Rica by Richard Garrigues and Robert Dean.