Hoewel sober gekleurd wordt de zilverbek [Euodice cantans] toch tot de prachtvinken gerekend. Zoals u op de foto ziet gaat om een wel heel bescheiden gekleurde vogel. Naar ons aanvoelen bestaat er in de rijke prachtvinkenwereld geen minder kleurrijke vogel. Daar staat tegenover dat het gaat om een kweekgrage exoot die in meerdere werken/teksten geprezen wordt om zijn eenvoudige verzorging en makkelijke kweekbaarheid.
Herkomst. De herkomst van de zilverbek, 11 tot 12 cm groot, is eens te meer Afrika. Ook hier kan het verspreidingsgebied groot worden genoemd. Het loopt onder meer over Senegal, Gambia, Nigeria om het enkel bij die landen te houden. In welk land dit vogeltje ook voorkomt het liefst wordt er geleefd in savannen, steppen maar ook heel dicht bij de mens. In dorpen en zelfs in steden kan het makkelijk opgemerkt worden. Er wordt grotendeels geleefd van zaden en graszaden die nog het liefst op de grond worden verzameld. Kleine insecten worden wel gegeten maar zijn niet van levensbelang voor de opfok van jonge vogels, ook niet tijdens de eerste levensdagen.
Dimorfisme. Het wel heel bescheiden gekleurd zilverbekje mag dan wel een goede kweekvogel zijn maar toch is het zo dat het uiterlijke verschil tussen man en pop onbestaande is. Gelukkig zingt enkel de mannelijke vogel maar dit wordt bijna al fluisterend gedaan waarbij de veertjes lichtjes worden opgezet. Zoals u op de foto ziet is dit vogeltje bruin gekleurd weliswaar met meerdere nuances. Stuit en staart, die een zwarte tint bezitten, zijn de twee enige lichaamsdelen zonder bruin. Op de flanken is er een sobere tekening te zien. Misschien nog een woordje over de snavel, die is naar ons aanvoelen niet zilverkleurig zoals de naam laat vermoeden maar wel vleeskleurig met een roze schijn.
Look alike. Als er in liefhebberskringen over het zilverbekje wordt gesproken is het loodbekje [Euodice malabarica] nooit ver uit de buurt. Dit komt omdat dit vogeltje zowel in gedrag, verzorging maar ook fysiek gesproken heel wat overeenkomsten heeft met de zilverbek. Het loodbekje is gewoon een grijzere versie van de zilverbek waarbij komt dat de stuit bij de loodbek wit kleurt en die bij de zilverbek, als aangegeven, zwart is. Prachtvinkenliefhebbers zullen verder opmerken dat de loodbek niet in Afrika leeft maaréén van de weinige Aziatische prachtvinken is.
Avicultuur. Dit bescheiden gekleurd vogeltje kan op een even bescheiden wijze verzorgd worden. In de Afrikaanse heimat voedt het zich in hoofdzaak met zaden wat de verzorgingswijze toch vrij simpel maakt. Exotenmengeling, water, ei- en groenvoer, een sepiaschelp en een bakje met grit volstaat om de zilverbek in topconditie te houden. Hoewel deze prachtvink niet echt nood heeft aan dierlijke eiwitten, zal het toch met graagte proeven van pinkies die bijvoorbeeld onder het eivoer vermengd worden aangeboden. Deze vogel is bij uitstek geschikt om in een gemeenschapsvolière gehouden te worden, enige agressie is het totaal vreemd. Niet onbelangrijk is ook dat het een vrij sterke soort betreft die van maart tot oktober in de buitenvolière kan verblijven. Buiten die periode vinden we het nodig om ook dit vogeltje lichtjes verwarmd te huisvesten.
Kweek. Wie het zilverbekje de kans geeft een vrijstaand nest te laten bouwen zal zien dat dit een bolvormige opbouw zal hebben waarvoor wat graag lang nestmateriaal wordt gebruikt. Dit feit wordt ook bij tal van andere prachtvinken gezien. Maar in onze kweekkooien wordt graag een halfopen nestkastje aangenomen waar een meer eenvoudig nest zal in gebouwd worden. Geven we nog mee dat ervoor de binnenkant wat graag veertjes worden gebruikt.
Eieren & jongen. Na het beëindigen de nestbouw zullen de eieren volgen. Ondervinding heeft geleerd dat de grootte van het legsel van nest tot nest kan variëren. We hebben nesten gehad van vier maar ook van liefst acht eieren. Uiteraard zijn die wit van kleur. Het begin van de broedtijd begint na het leggen van het vierde ei. Zowel man als pop bebroeden de eieren, vaak doen ze dit gewoon samen. In tegenstelling tot veel andere prachtvinken laat de zilverbek heel makkelijk nestcontrole toe. Na een broedtijd van 12, hooguit 13 dagen worden de jongen geboren. Die hebben een donkere lichaamskleur. De zilverbek is een prima voederende vogel. De jongen zullen door de band zonder enige moeilijkheid grootgebracht worden. Drie weken na de geboorte wordt het nest verlaten maar voor de nacht wordt er nog vaak naar teruggekeerd. Man en pop zullen de jongen nog gedurende twee weken navoeden waarna ze als zelfstandig kunnen beschouwd worden. De jeugdrui verloopt zonder problemen Er kunnen tot drie nesten per seizoen verwacht worden.