In ons land is er wellicht geen populairdere lorisoort dan die van de Blauwe Bergen. Die ‘Blauwe Bergen’ verwijzen naar het land van herkomst, Australië, hoewel deze vogel ook onder meer in Tasmanië en op en rond Kangoeroe eiland leeft. Zelfs in Nieuw-Zeeland komt hij voor. Het is een bijzonder kleurrijke, ronduit schitterende vogel zoals bijgevoegde foto’s ten volle bewijzen. Wel moet hier onmiddellijk aan toegevoegd worden dat de lori van de Blauwe Bergen in feite een ondersoort is van de groenneklori die luistert naar de wetenschappelijke naam Trichoglossus h. haematodus.
Foto’s. Bijgaande foto’s zijn glashelder genoeg, ze maken een lange en niet zo simpele beschrijving van de vogel nutteloos. Wel graag attentie voor:
- de toch wel vrij aparte streeptekening op de kop,
- de donkergroene rug- en vleugelkleur,
- de donkerblauwe kop- en buikkleur met hier en daar een rode veer,
- de roodgeel gekleurde borst,
- de lichtgroene nekband,
- de rode snavel,
- de wigvormige staart,
- het donkere oog met de markante roodbruine oogring,
- man en pop zijn gelijk gekleurd en getekend,
- grootte: ± 29 cm.
Voedsel. In de wildbaan komt deze vogel zeer frequent voor. Het blijkt een bijzonder vertrouwelijke lori te zijn die geenszins de mens schuwt. Op sommige plaatsen, onder meer in het Lone Pine Koala Sanctuary in Brisbane (Queensland) worden toeristen aangemoedigd om de soms honderden aanwezige vogels uit de hand te voeden. Lories eten, zoals u weet, voornamelijk pollen en nectar en hebben daarom een spatelvormige tong ontwikkeld waarmee ze gemakkelijk de nodige nectar uit de bloemen kunnen halen. Ook voedt deze lori zich, hoewel aanzienlijk minder, met vruchten en zaden. In zijn natuurlijke biotoop houdt hij zich graag per paar op maar opvallend genoeg verzamelen de diverse koppels zich meerdere keren per dag om gezamenlijk in kleinere of grotere vluchten de voederplaatsen op te zoeken. Eens voldaan trekken de paren opnieuw apart op.
Avicultuur. De schoonheid, de speelsheid en de aanhankelijkheid van de vogel hebben er zeker toe bijgedragen dat het nu (wellicht) de meest populaire lorisoort is in avicultuur. Verdere pluspunten zijn ook zijn grootte, met een kleine dertig cm kan hij moeilijk echt groot genoemd worden, waardoor zijn huisvesting ook al geen onoverkomelijk probleem is. Het is bovendien een vrij sterke soort die in avicultuur zeer oud kan worden. En verder, het is absoluut geen schreeuwer, slechts enkele zachte geluiden worden geslaakt. In vroegere tijden werd de waterachtige ontlasting vaak als een minpunt aanzien. Op vandaag zijn er echter ook voor lories zeer goede korrelvoedingen op de markt die het gebruik en verbruik van nectar sterk kunnen reduceren wat meteen ook betekent dat deze vogels in betere hygiënische omstandigheden kunnen gehouden worden. Een toevoeging van fruit (stukje appel, druifje) vervolledigd de voeding. Ook een zonnebloempit wordt graag opgenomen en af en toe een snoepbakje met druivensuiker kan nooit kwaad. Knaagtakken (wilg) worden volledig geplukt. Zorg echter altijd voor proper water omdat deze vogel ervan houdt om na iedere voederbeurt zijn snavel in het water te reinigen. Verlies verder ook niet uit het oog dat deze lori zich zeer graag baadt en zich dagelijks poetst.
Kweek. In zijn vaderland start de kweektijd in september en loopt tot in december. Er wordt hoofdzakelijk genesteld in holten van eucalyptusboom. De pop legt twee witte eieren en ze heeft ruim drie weken nodig om die eieren uit te broeden maar het hoeft gezegd dat ze tijdens de nacht hiervoor de hulp krijgt van de man. De jonge vogels, die minder scherp en fletser gekleurd zijn, blijven een kleine twee maand in het nest. Na het uitvliegen worden ze nog gedurende enkele weken door de ouders bijgevoed. De lori van de Blauwe Bergen is kweekrijp op de leeftijd van één jaar. In volières worden nestkasten aanvaard van bvb. 40 x 25 x 25 (lxbxh) met een nestholte van ± 6 cm. Op de bodem moet wel een flinke laag houtkrullen aangebracht worden. Meerdere liefhebbers raden aan om de nestkast nooit te verwijderen omdat de vogels er ook graag buiten de broedtijd in vertoeven.
Tentoonstelling. Zekere soorten zijn op shows echte attracties voor de leek/bezoeker. Ooit trokken vooral tangara’s en andere fraai gekleurde soorten de volle aandacht. Op vandaag hebben we de indruk dat de lories (in het algemeen) aan de beurt zijn. Die vogels moeten uiteraard ook aan de richtlijnen voldoen maar aan een lori met een doorgekleurde, complete, glanzende en ongeschonden bevedering valt in de regel weinig te doen. En dan zeker als het een eigen kweek vogel betreft! Komt erbij dat hun natuurlijke rustige en speelse houding een bijkomende troef is.
Mutaties. Met de lori van de Blauwe Bergen wordt, mits een goede verzorging, in de regel zeer goed gekweekt. Het kon dan ook niet uitblijven of er traden mutaties op. Op vandaag hebben we weet van onder meer cinnamon, lutino, fallow, olijf en bont. Die mutaties zorgen dan weer voor mutatiecombinaties … Maar hoe welgevormd en mooi deze vogels ook mogen zijn, persoonlijk vinden we de wildkleur veruit het schoonst.