Langstaart zijdevliegenvanger

Een wel heel mooie en gans bijzondere vogel is de langstaart zijdevliegenvanger [Ptiliogonys caudatus], een vogel die slechts voorkomt in de bergstreken van Costa Rica en westelijk Panama (buurland van Costa Rica). Daar komt nog bij dat hij alleen op hoge hoogten leeft wat hier staat voor minimaal 1800 meter. Bijgaande foto’s werden gemaakt in San Gerardo de Dota, een dorpje gelegen op een hoogte van 2200 meter in de valleien van het groene Talamanca gebergte.

Pestvogel. Wie het geluk heeft deze mooie vogel in de natuurlijk habitat te kunnen zien zal, onbewust, het verband maken met de familie Bombycilla (pestvogels). Zowel pestvogels (er zijn drie soorten) als deze langstaart zijdevliegenvanger hebben zekere overeenkomsten maar ook verschillen. De oprichtbare kuif die beide soorten zo karakteriseert is er een van maar ook de zijdeachtige bevedering is een overeenkomst. Ook de houding van de vogels (half opgericht) is identiek en er is ook nog een vergelijkbaar voedingsregime. Zoals de naam laat vermoeden heeft de langstaart zijdevliegenvanger een wel heel lange staart in verhouding tot het lichaam, en dat ontberen pestvogels. Ook in kleur zijn beide vogels onvergelijkbaar.

Dimorfisme. De kleur van een man in een goede conditie biedt een combinatie van vooral grijs met groen. De foto’s zijn op dit punt vrij duidelijk. Alle hiervoor vermelde karakteristieken zijn makkelijk terug te vinden. Misschien nog meegeven dat er zich rond het oog een gele, gesloten oogring bevindt en dat snavel en, de wel heel, fijne pootjes zwart kleuren. De onderstaartdekveren kleuren deels wit en zwart. De mannelijke vogel heeft een grootte van 24,5 centimeter. De pop is kleiner, ze heeft een lengte van ‘slechts’ 21 centimeter maar ook is ze, tegenover de man valer gekleurd. Het lijkt of meerdere lichaamsdelen bij haar grijs olijfkleurig zijn, onder andere op de borst is dit zo. De roep bestaat uit een droog geluid dat misschien nog het best kan omschreven worden als ‘che chip, che chip’.

Voedsel. Het voedsel bestaat enkel en alleen uit insecten en fruit, hierbij bessen inbegrepen. Wat dit laatste betreft lijkt er een zekere voorkeur te zijn voor bessen van onder andere fuchsia en maretak. De bessen worden doorgaans van de tak geplukt en in hun geheel ingeslikt. Insecten worden dan weer in de vlucht gevangen, meestal doet ook deze vliegenvanger dit vanop een uitkijkpost waarna de vogel hiernaar terugkeert. Buiten de broedtijd worden insecten onmiddellijk ingeslikt maar als er jongen te voeden zijn wordt er gekozen om meerdere geslagen insecten in de snavel te verzamelen alvorens er mee naar de hongerige jongen te vliegen.

Nest. Een koppel langstaart vliegenvanger heeft een monogame relatie gedurende het kweekseizoen hoewel er vaak wordt genesteld in groepsverband. Vijf tot acht koppels bouwen dan in elkaars nabijheid een nest. De kweektijd loopt van april tot juni. Door de band start de man met het aanbrengen van bouwstoffen (fijne takjes, mossen, heel wat korstmossen …) waarna een broedrijpe pop ze accepteert en het nest bouwt. Het aangehaalde bouwmateriaal wordt met spinrag bij elkaar gehouden. Rond het open, komvormig nest wordt een beperkt territorium verdedigd. Het nest wordt gebouwd in de vork van een horizontale tak.

Eieren. In vergelijk met de grootte van de vogel is een legsel dat slechts bestaat uit twee eieren inderdaad niet groot. De pop bebroedt de eieren in haar eentje maar toch kan ze op de man rekenen. Hij brengt op een regelmatige tijdstippen voedsel naar haar waardoor zij slechts kort het nest moet verlaten, alleen om zich te ontlasten en zich een weinig op te smukken.

Jongen. Na een broedtijd van zestien tot zeventien dagen kippen de eieren. De jongen worden door de beide ouders met in hoofdzaak insecten, zeker gedurende de eerste levensdagen, grootgebracht. De nesttijd van de juveniele vogels is met een nesttijd van circa vijfentwintig dagen vrij lang te noemen. Melden we tenslotte nog dat de bruine gaai [Cyanocorax morio] als de voornaamste predator van de langstaart zijdevliegenvanger vermeld staat.

Literatuur

  • Animal Diversity Web.
  • A Guide to the Birds of Mexico and Northern-Central America by Steve N. G.
  • Howell, Sophie Webb.
  • Birds of Costa Rica by Richard Garrigues and Robert Dean.

Diverse plaatselijke gidsen, mondeling.

 
Digiprove sealThis content has been Digiproved © 2020 Danny Roels

Leave a Reply

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *