Kea, endemische vogel uit Nieuw-Zeeland

De kea [Nestor kea] leeft enkel in de prachtige natuur van Nieuw-Zeeland, de wetenschap heeft daarvoor het woord ‘endemisch’ in het leven geroepen. Dit is een woord om aan te duiden dat een bepaalde levensvorm, hier de kea, slechts in een bepaald gebied voorkomt. En voor de kea komt daarbij dat hij in Nieuw-Zeeland slechts leeft op het Zuidereiland.

Beschrijving. De foto geeft een mooi beeld van wat de kea is. Een grote, vrij robuuste vogel met een bruine tot olijfgroene bevedering. Omdat praktisch ieder veertje zwart of donker afgelijnd is komt er een mooie schubbentekening tot uiting. De onderzijde toont een lichtere tint. Opvallend is de oranje tot rode rugkleur. Rood wordt ook gezien op de ondervleugels maar dit valt enkel op wanneer de vogel vliegt en dan zien we ook dat de slagpennen zwartgeel gestreept zijn. Vleugels en staart tonen verder een blauwgroen kleurtje dat, naargelang de lichtinval, van kleur kan veranderen. Een verdere specifieke eigenschap aan deze vogel is de opvallend smalle maar toch vrij grote grijsbruine snavel waarbij de bovensnavel echt spits en vrij lang kan genoemd worden. De washuid boven de bek toont bruinig. De iris is donker gekleurd en de ogen bezitten een donkere oogring. De kea is van zesenveertig tot bijna vijftig centimeter groot waarbij wordt gesteld dat de meest grote vogels tot de mannelijke kunne behoren en dat de snavel van de poppen korter is, maar van een echt dimorfisme is dus geen sprake.

Zuidereiland. Uit de titel weten we dat de kea dus enkel leeft op het Zuidereiland van Nieuw-Zeeland. Misschien toch even zeggen dat Nieuw-Zeeland eigenlijk bestaat uit twee echt grote eilanden: het Noorder- en het Zuidereiland. Naast deze twee eilanden horen nog enkele kleinere eilanden tot Nieuw-Zeeland. Daar komt de kea voor het merendeel voor in bergachtige gebieden, maar ook langs kusten en duinen waar hij leeft van bessen en vruchten, van boomknoppen en knollen maar ook van insecten. Soms wordt er ook aan dode dieren geknaagd. Dit laatste werd destijds al vlug vertaald naar het feit dat de vogel onder meer lammetjes doodde wat toeliet om hem genadeloos te vervolgen. Gelukkig weten we op vandaag wel beter maar toch heeft het tot in 1986 geduurd voor de vogel in zijn thuisland op een volledige bescherming kon rekenen. Weet ook dat de populatiegrootte op niet meer dan 5000 (!) exemplaren wordt geschat. Schrijven we ook nog dat de vogel zijn naam te danken heeft aan zijn luidklinkende en doordringende roep ‘keaaaaaaaa’ die in de natuurlijke biotoop vaak te horen valt.

Speels. De kea hoort zonder twijfel thuis in het ritje van de meest nieuwsgierige vogels die er zijn. Daarenboven is hij bijzonder speels en zeer toegankelijk. In het algemeen wordt er zelfs een zekere intelligentie aan de vogel toegemeten omdat hij onder meer, zonder problemen, gesloten rugzakken weet te openen. Ook brengt hij vaak schade toe aan geparkeerde auto’s. Maar toch behoort deze vogel ook tot de meest vermelde attracties in toeristenbrochures.

Holten. De kea bouwt het nest in natuurlijke holten op de grond zoals bvb. in spelonken van rotsen maar ook in de voet van holle bomen en zelf in holten in rivieroevers. De natuurlijke broedtijd loopt van juli tot januari maar er is slechts één broedronde per jaar. De pop legt door de band vier eieren die alleen door haar in drie weken worden uitgebroed. In die tijd voedt de man de pop aan de nestingang. Tijdens de eerste drie levensweken van de jongen voedt de man de pop die op haar beurt het voedsel aan de jongen doorgeeft. Na die tijd gaat ook de man in het nest de jongen azen. Jonge kea’s blijven liefst drie maand in het nest en het duurt tot anderhalf jaar voor ze de bevedering bezitten van een volwassen vogel. Bij de nestverlating is de jonge kea niet alleen veel doffer gekleurd dan zijn ouders maar hij toont ook een gele washuid boven de snavel. Het navoeden neemt nog vier tot zes weken in beslag.

Vogelparken. De kea is in avicultuur vooral een vogel van parken en dierentuinen en komt minder voor in particuliere handen. Zelf hebben we deze papegaai onder meer gezien in het prachtige natuur- en vogelpark in Paira Daiza (België) en in het ‘Loropark’ in Tenerife. De vogel wordt daar in beide parken gehouden in ruimere volières en met meerdere exemplaren samen. Kea’s zijn niet agressief en er bestaat zelfs een zekere sociale structuur. Ook voor wat de voeding betreft wordt er niet moeilijk gedaan: zaden en noten, vruchten en bessen, groenten en nu en dan dierlijke eiwitten en pellets staan op het menu en worden zonder meer aanvaard. De kea wordt tot de sterkere vogels gerekend maar behoeft in de winter toch wel een tocht- en vochtvrije volière. Het is echt geen kooivogel, dit is compleet tegen zijn natuurlijke, sociale levenswijze in. De kea heeft nood aan gezelschap van soortgenoten.

 

One comment

Leave a Reply

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *