Voor heel veel mensen is de incakaketoe [Lophochroa leadbeateri] met voorsprong de meest mooie vogel onder alles wat onder de noemer ‘kaketoe’ valt. En terecht! De wit-roze kleur van de bevedering zit daar voor een stuk tussen maar het allermooiste aan deze vogel is de majestueuze kuif die de kleuren roze, rood en geel combineert. Maar waar en hoe leeft deze mooie vogel, wat zijn de voedingsgewoonten, komt hij ook voor in avicultuur …, kortom vragen genoeg!
- Wat is er speciaal aan de incakaketoe?
Nogal wat! Het lijkt of de incakaketoe iets magisch heeft. Naast de beschreven schoonheid uit de inleiding voegen we er wat graag aan toe dat ook de ondervleugels en de onderstaartveren een rozerode gloed tonen, maar dit wordt enkel vastgesteld wanneer de vogel vliegt. De voor een kaketoe vrij kleine snavel toont zich hoornkleurig. Rond het donkere oog wordt een witgekleurde oogring gezien. De poten zijn grijsachtig. Echt groot kan de incakaketoe met zijn 35 centimeter dan weer niet genoemd worden. De wetenschap heeft twee ondersoorten beschreven. Zo is er Lophochroa l. leadbeateri (= nominaatvorm) en de Lophochroa l. mollis.
- Lijkt de pop op de man?
Jazeker! De bevedering en grootte is zowat gelijk maar toch is er hier meer verschil tussen beide seksen dan wat we bij kaketoes doorgaans gewoon zijn. Het oog van de volwassen man, als naar gewoonte bij de witte kaketoes, kleurt donker tot vrijwel zwart en bij de pop roodbruin. Maar toch is het hier zo dat de twee voorste kuifveren bij de man duidelijk meer voorwaarts gericht staan bij de pop. En nog, het wijfje toont bijna altijd meer geel in de kuif dan de man, dit geldt in het bijzonder voor de nominaatvorm.
- Heeft de kuif een functie?
Er zijn heus wel meerdere vogels met een kuif die door de vogels in hoofdzaak gebruikt worden om een gemoedstoestand uit te drukken. Dit is ook zo voor de inca. Zo wordt de kuif opgericht als hij een soortgenoot begroet, maar ook om zich te verdedigen of gewoon om indruk te maken.
- Waar leeft de incakaketoe?
Kaketoes zijn Australische vogels. De inca leeft meer bepaald in het binnenland en wel vanaf het Kimberleygebied (wat deel uitmaakt van West-Australië) en in het hierop aansluitende Northern Territory. Verder is de vogel te zien in het noordwesten van de deelstaat Victoria en in de deelstaten New-South-Wales en in het zuiden van Queensland. Dit is een zeer uitgestrekt gebied waardoor soms de voorbarige conclusie wordt gemaakt dat de incakaketoe in grote aantallen moet terug te vinden zijn. Dat is echter lang niet zo omdat grote delen van het oorspronkelijk leefgebied ‘verbouwd’ zijn geworden tot landbouwgebieden. Ook het aanleggen van waterputten voor het vee heeft andere vogels naar de oorspronkelijk biotoop van de incakaketoe gelokt waardoor de vogel voor een deel verdreven is geworden. Een mooi voorbeeld hiervan is de rosékaketoe (Eolophus roseicapilla) geweest die dezelfde nestgelegenheden beoogd dan de inca.
- Van wat wordt er geleefd?
De inca leeft voornamelijk van zaden, vruchten, bessen en wortels van verschillende planten. Kaketoes, maar ook andere grotere parkieten, hebben een bijzonder harde, sterke snavel die de hardste noten kraken kan. Het voedsel wordt voornamelijk in de vroege ochtend en bij valavond gezocht en dit geldt ook voor het drinken. Alleen bij extreme hitte worden ook overdag verplaatsingen naar waterplaatsen ingelast.
- Heeft de vogel een alternatieve naam?
Jawel! In meerdere literatuur (vooral anderstalige) wordt de incakaketoe heel vaak major Mitchell kaketoe genoemd. Major Mitchell was een Schotse vorser die naar Australië emigreerde. Uit erkentelijkheid voor zijn baanbrekend werk en zijn respect voor de Aboriginals en hun cultuur werd de Inca kaketoe ook naar hem genoemd. Maar ook is er in Australië onder meer een stad en een rivier die luisteren naar de naam Mitchell. Hij leefde van 1792 tot 1855.
- Waar wordt er gebroed?
Vooraf toch zeggen dat deze vogel pas na het derde levensjaar broedrijp is hoewel de paren voor die leeftijd worden gevormd. Als gebruikelijk bij kaketoes wordt er een nestholte in een boom uitgekozen, gewoonlijk een eucalyptus. De nestholte bevindt zich tussen drie en twintig meter boven de grond en is circa een meter diep. Voldoet de holte niet naar wat door de incakaketoe is gewenst dan wordt die door de beide seksen verder uitgeknaagd. Naargelang het leefgebied kan de broedtijd in tijd redelijk variëren. In Noord-Australië wordt er bijvoorbeeld gekweekt vanaf mei maar in andere regio’s kan dit augustus of zelfs oktober zijn. Maar dat neemt niet weg dat het wijfje op de nestbodem van twee tot vijf eieren zal leggen met een interval van twee tot drie dagen.
- Hoe verloopt de kweektijd?
Beide geslachten broeden, gewoonlijk begint de broedtijd nadat het derde ei is gelegd. De broedtijd gaat van drie- tot vierentwintig dagen en hier wordt er door de beide geslachten gebroed. De jongen blijven twee maand in het nest. De eerste dagen na de nestverlating blijven ze rond de nestholte hangen maar al vlug lokken de ouders ze mee naar de voederplaatsen. Eens de juvenielen op eigen benen kunnen staan zoeken ze andere jonge vogels op om kleine vluchten te vormen. Er is slechts één broedsel per jaar.
- Wordt de incakaketoe in avicultuur gehouden?
Het antwoord is positief maar wel met de nuance dat het lang geen alledaagse vogel is die bij de particuliere liefhebber zal aangetroffen worden. Door zijn onmiskenbare schoonheid wordt hij wel op handen gedragen in tal van vogelparken waar er ook, meerdere keren zelfs, al succesvol is mee gekweekt. En dat laatste ligt niet altijd voor de hand omdat niet elke man zomaar een willekeurige pop accepteert. Uiteraard is ook het omgekeerde waar. De meest positieve kweekresultaten worden behaald met paren die alleen worden gehouden en wanneer er geen andere incakaketoes te horen of te zien zijn. Weet dat de inca ook in de natuurlijke habitat, tijdens de kweektijd, geen soortgenoten duldt in een straal van drie kilometer rond de nestplaats.
10. Is het een luidruchtige vogel en wie/wat zijn de natuurlijke vijanden?
Kaketoes, alle soorten, zijn niet bepaald de meest stille vogels. Zeker de alarmkreet is luid en ook wordt er behoorlijk geschreeuwd tijdens het vliegen. Vogels die op grond leven vinden hun natuurlijke vijanden grotendeels onder vos, verwilderde kat enz. Maar ook sommige vogelsoorten zijn niet altijd even lief. Kraaiachtigen, lusten wat graag eieren en zelfs kleine jongen zijn voor hen niet veilig. Sommige roofvogels (havik, sperwer) zijn ook te duchten. Zij hebben de kans onverwachts vanuit de lucht toe te slaan. Gelukkig niet altijd succesvol.
Literatuur:
Meerdere jaargangen van ‘De Vogelwereld’.
Meerdere jaargangen van ‘Gefiederte Welt’