Ideale startvogel, de kleurkanarie

Kweken met kanaries is in wezen niet moeilijk. Naar onze opvatting is daarbij het observeren van kweekvogels heel belangrijk. Uit een kweekvogel, gelijk welke soort, moet vitaliteit uitstralen. Vogels die er bij het begin van de broedtijd slaperig bijzitten worden best uitgevangen en gecontroleerd op een eventuele darmziekte en/of op een zichtbare levervlek. Het wegblazen van de aarsveertjes kan ons heel wat leren over de gezondheidstoestand van betreffende vogel.

Gezond. Een kanarie, of andere vogel, die een kleine of grotere levervlek toont, of waarbij de darmen zichtbaar zijn bij het wegblazen van de veren hoort niet thuis in de kweekkooi. Het is een garantie op een slecht kweekresultaat. Een gezonde kanarie hoort bij het begin van de kweektijd een zichtbaar vetlaagje te bezitten. Ook vogels die een piepend en/of snotterend geluid voortbrengen worden naar onze mening uitgevangen en niet in de kweek gebruikt. Bedenk dat slechts met kerngezonde vogels goede resultaten kunnen bekomen worden. Niet onbelangrijk in een vogelverblijf is de luchtverversing. Het is gewoon noodzakelijk voor de gezondheid van de aanwezige vogels. Wanneer we een kweekruimte binnenkomen mogen we er geen slecht gevoel aan overhouden waarmee we bedoelen dat die ruimte reukloos en stofvrij moet zijn. Is dit niet het geval dan loert een ziekte van de luchtwegen om de hoek. Onreine ruimten zijn bovendien aantrekkingspunten voor muizen en ander ongedierte. Luchtverversing is dus strikt genomen nodig maar dit staat nooit gelijk aan het creëren van tocht.

Voorbereiding. Wie aan natuurbroed doet weet dat de dag dat de heilige Jozef zijn feestdag heeft (19 maart) ideaal is om vogels samen te plaatsen. Rond die tijd is er circa dertien uur daglicht, wat volstaat om vogels broedrijp te krijgen. Op vandaag is het echter zo dat lang niet iedereen die bewuste dag afwacht om man en pop samen te plaatsen. Met hulp van kunstlicht en een goed afgestelde tijdsklok moet het mogelijk zijn de broedtijd te vervroegen. Laten we hierbij ook de lichtsterkte van de gebruikte lampen niet vergeten. De betere zijn diegene die het daglicht weergeven, of moeten we schrijven benaderen. Aangenomen wordt dat de ‘vroegkweker’ de tijdsklok dusdanig instelt dat het aanwezige licht met vier minuten per dag verlengd wordt, twee minuten in de ochtend en twee minuten in de avond. Een praktisch voorbeeld: rond één december zijn er ongeveer negen uren daglicht.  Op die manier komen er vier minuten per dag of 120 minuten per maand bij. Op één januari zitten we aan elf uur licht en, logisch nadenkend, op één februari hebben we dertien uur licht. De aanwezige vogels in de kweekruimte zullen volop in kweekconditie komen. Mannen zullen volop gaan fluiten, poppen beginnen met verloren veertjes te zeulen. Kortom, de vogels kunnen samengeplaatst worden. Op die manier winnen we dus zeven weken. Let wel, eens er veertien uur licht is bereikt wordt de schakelklok hieraan aangepast. Langere lichttijden kunnen een ongewenste rui tot gevolg hebben.

Nestmateriaal. Bij nestmateriaal wordt door de band weinig stilgestaan. En we geven het graag toe, in de gespecialiseerde handel is er goed nestmateriaal te koop. De keuze is er zelfs enorm, er is onder andere sisal, kokosvezel (in natuurkleur maar ook in wit), katoendraadjes enz. En uiteraard is er ook nog het traditionele mos en hooi en kleine plantenvezels waarmee de pop wat graag nestelt. Maar we kennen ook nog altijd een groot aantal kanariekwekers die zweren bij de oude traditionele katoenzak van weleer. Hier is het wel noodzakelijk om die zak eerst vierentwintig uur in een emmer met bleekwater te plaatsen. Hierna moet de jutezak goed uitgespoeld en gedroogd worden. Is dit gebeurd dan wordt hij versneden in lapjes van vijf op vijf die op hun beurt uitgepluisd worden. Welk kweekmateriaal er ook gebruikt wordt, een kweekrijpe pop heeft haar nestje binnen een paar dagen af.

Samenplaatsen. Belangrijk is verder het samenplaatsen van de koppels. Er zijn liefhebbers die ervoor opteren om eerst de pop in de kweekkooi te plaatsen samen met het nodige nestmateriaal en de man er pas bij te zetten wanneer de pop aan de nestbouw begint. Dit is ook de manier die door ons jaren tot onze algemene tevredenheid wordt toegepast. Bij meer dan de helft van de paren volgde de paring binnen de minuut! Andere liefhebbers opteren ervoor om man en pop samen in de kweekkooi te plaatsen en nog andere geven er de voorkeur aan om eerst de man in de kooi te zetten en pas enkele dagen later de pop. Een goede raad: wijk nooit af van een kweekwijze die u bevalt.

Nest. Een kweekrijpe pop heeft haar nestje binnen de week af. Het heeft een kleine komvormige constructie, het is circa drie centimeter diep en zowat vier centimeter breed. Het popje zal hierin van vier tot zes eieren leggen, waarbij vijf een goed gemiddelde is. Het ei heeft een groene kleur en is bezaaid met bruine stipjes. Weet ook dat het laatst gelegde ei doorgaans wat groener gekleurd is. De pop begint te broeden nadat ze het tweede ei heeft gelegd. Omdat er in de volgende dagen nog eieren volgen opteren sommige liefhebbers om de al gelegde eieren weg te nemen, ze te vervangen door kunsteieren, en de originele eieren pas terug te geven wanneer het laatste ei is gelegd. Dit zou het voordeel moeten hebben dat alle eieren gelijktijdig kippen en de jongen dus allemaal even oud zijn. Op die manier worden alle jongen gevoed en blijven de laatstgeborenen niet achter op de oudere jongen. De broedtijd bij de kanarie is dertien dagen, de pop broedt alleen maar een zorgzame man voedt haar op het nest.

Eivoer. Het opkweken van jonge kanaries gebeurt via het geven van eivoer. Wie een speciaalzaak binnenwandelt krijgt een volledig gamma aan commerciële eivoeders te zien. Voor welk product er ook gekozen wordt, we gaan ervan uit dat een gezond kweekkoppel ieder eivoer aanneemt en het ook aan de jongen doorgeeft. Het verstrekken van eivoer heeft het verdere voordeel dat er makkelijk andere voedingselementen kunnen aan toegevoegd worden als gekiemde zaden. Op vandaag worden er ook aan kanaries ontdooide diepvriespinkies via het eivoer aangeboden (wat niet nodig is). Eivoer kan verder aangelengd worden met couscous maar hier toch wel opletten daar couscous een grote vochtopname bezit.

Groenvoer. Op vogelmuur [Stellaria media] is de kanarie gek en voedt dit kruid zeer graag aan de juveniele vogeltjes. Let wel, vogelmuur en ander groenvoer wordt beter nooit in de avond gegeven omdat het zeer vlug verteerd en de jongen dus gedurende een groot deel van de nacht zonder voedsel zijn. Voor veel liefhebbers ligt groenvoer ook aan de basis van darmstoornissen waardoor het niet wordt verstrekt.

Uitvliegen. De jonge kanarie blijft ongeveer twintig dagen in het nest en wordt hierna nog gedurende een tweetal weken nagevoed door voornamelijk de man. De pop zal na de nestverlating van de jongen heel spoedig aan een tweede ronde beginnen. Het is wel een noodzaak om het oude nestmandje door een nieuw te vervangen en nieuw nestmateriaal aan te bieden. Het gebeurt dat de uitgevlogen jonge vogels het nest nog gaan opzoeken en de eventueel nieuw gelegde eieren gaan bevuilen. Daarom, maar ook tegen verenpikken, wordt de zogenaamde ‘babykooi’ door veel liefhebbers gebruikt. De jongen worden erin geplaatst en door de ouders doorheen de tralies gevoed.

Spenen. Met het spenen van jonge kanaries, of andere vogels, wordt bedoeld dat de jongen apart van de ouders worden geplaatst. Een ideale leeftijd voor jonge kanaries is wanneer het V-teken in de staart goed zichtbaar is. Dit is tussen de tweede en de derde week na het uitvliegen. Let wel, plaats die vogels ook eerst apart en plaats bijvoorbeeld nooit prille vogels uit de tweede ronde bij oudere vogels uit de eerste ronde. Dit is om moeilijkheden vragen omdat oudere vogels zich dominant kunnen gedragen tegenover jongere kanaries. Het is een evidentie dat gespeende vogels blijvend kunnen rekenen op eivoer en een goede verzorging!

 
Digiprove sealThis content has been Digiproved © 2023 Danny Roels

Leave a Reply

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *