Goudfazant, meesterlijk gekleurd en getekend

Mannelijke fazanten zijn vaak wondermooi gekleurd en getekend. Vrouwelijke vogels zijn dit minder omdat de felheid en intensiviteit van de kleuren doorgaans minder uitgesproken zijn. Eén van de mooiste fazantensoorten die er zijn is kennelijk de goudfazant [Chrysolophus pictus]. Het is een vogel die zijn natuurlijke habitat terugvindt in Azië, meer bepaald in Centraal- en West-China maar ook in Birma komt hij voor. De goudfazant wordt samen met de Lady Amherstfazant [Chrysolophus amherstiae] tot het geslacht van de kraagfazanten gerekend.

Beschrijving. Een beschrijving geven van een mannelijke goudfazant is niet eenvoudig. Gelukkig bestaan er foto’s wat de omschrijving vereenvoudigt. Wat opvalt zijn de aparte maar zeer opzichtige kleuren die in zekere bevederingsvelden kunnen opgedeeld worden. Wie de kop bekijkt ziet de opvallend goudgeel gekleurde kuif die bij gevaar, of drift, keurig opgericht kan worden. In de nek zien we een goudgele kraag waarbij iedere veer afgelijnd wordt met een zwarte zoom. Kin en keel kleuren roodbruin maar op de borst toont de haan een rode kleur. Blauw met groen vinden we terug over een groot gedeelte van de rug maar ook hier heeft elk veertje een zwarte rand. Aan de ondervleugel zien we een blauwe kleur. De stuit is prachtig geel en in ruststand worden die stuitveren vaak in een waaiervorm gehouden, zeer mooi! De prachtig verlengde staartveren zijn keurig donkerbruin maar versiert met honderden lichtgekleurde punten. De bek is vrij kort en bezit een gele kleur. Het oog is geel met een donkere iris. Ook de poten kleuren geel, zijn in verhouding tot de grootte vrij kort te noemen, en bezitten verder een kort spoor. Van de haan wordt gezegd dat hij, staart inbegrepen, tot 110 centimeter groot kan worden. In zijn geheel genomen wordt de goudfazant haan als een van de meest briljant gekleurde vogels beschouwd!

Dimorfisme. De volwassen hen bezit een overwegend bruine kleur met donkere randen. Keel en borst zijn bij haar te omschrijven als donkerbruin met een streeptekening. Haar kuif is slechts minimaal ontwikkeld en enkel haar halsstreek heeft een meer geelbruine tint. Ook bij haar kleurt de snavel geel. Van de hen wordt gezegd dat zij, staart inbegrepen, tot 70 centimeter groot kan worden.

Biotoop. In de natuurlijke habitat houdt de goudfazant zich het liefst op in dicht struikgewas en dit bij voorkeur in de meest afgelegen gebieden. Doorgaans wordt er geleefd op steile berghellingen en dit tot op hoogten van liefst 2500 meter. Het is een hoenderachtige wat betekent dat de vogel het liefst leeft op of tegen de grond maar dat betekent niet dat het gaat om een vogel die amper of niet vliegen kan. De vlucht is snel en rechtlijnig waarbij vaak een metaalachtige roep wordt geslaakt die zeer ver draagt. Die roep wordt ook geuit om de natuurlijke biotoop tegen indringers te beschermen. En nu we het toch over de roep hebben, wanneer een koppel naar voedsel zoekt wordt er constant, door man en pop, een licht contactgeluid gemaakt dat in toonhoogte kan verschillen en dit naargelang de situatie waarin de vogels zich bevinden. Voor de nacht wordt een slaapstok gezocht die zich tot drie meter boven de grond kan bevinden. De natuurlijke voeding bestaat voor het grootste deel uit zaden, groenten, bessen, bloemknoppen enz. die in de natuurlijke biotoop letterlijk samen gescharreld worden. Die voeding wordt voor de rest aangevuld met ongewervelde diertjes.

Monogaam. Ook hier begint de broedtijd met de balts. Die bestaat er onder meer uit dat de haan zeer snel om de hen heen loopt om die ren zeer abrupt af te breken. Hierna maakt de haan zich groter dan hij is door onder meer de poten te strekken en de bevedering op te zetten. Zo komen de beschreven kleuren en tekeningen nog beter tot hun recht en om een hen te imponeren is dit een apart en dankbaar gegeven. Bij het begin van de broedtijd volgt er zelden een onmiddellijke paring. Die komt er wel wanneer de hen zich broedrijp voelt. Dan hurkt ze zich, laat haar vleugels hangen en laat ze zich door de haan treden. Het komt voor dat een parende haan tegen het achterhoofd van de hen slaat met de snavel. Er kunnen meerdere paringen daags gebeuren. Geven we nog mee dat een hen al in haar eerste levensjaar geslachtsrijp wordt daar waar dit bij de haan pas tijdens het tweede levensjaar gebeurt. En nog, in de natuurlijke habitat wordt er monogaam (één haan, één hen) geleefd.

Nest. Bij hoenderachtigen wordt er doorgaans weinig moeite gedaan om een nest te bouwen. Bij de goudfazant is dit niet anders. De hen legt haar eieren tussen grassen of onder een struikje in een doorgaans klein kuiltje dat amper aangekleed kan genoemd worden. Enkele kleine takjes, wat veertjes, meer is het niet. Er worden van vijf tot twaalf bruincrème witte, glanzende eieren gelegd. De hen broedt de eieren alleen uit, ze beschikt hiervoor over een ideale schutskleur. De broedtijd begint nadat het laatste ei gelegd is. Dit moet zo omdat het kuiken een nestvlieder is en alle eieren dus gelijktijdig moeten kippen. De broedtijd is 22 tot 23 dagen. Nadat de eieren aangepikt zijn kan het nog twaalf tot veertien uur duren voor de kuikens echt uit het ei zijn. De jonge fazantjes blijven gedurende de eerste twee levensdagen onder de vleugels van de hen. Vanaf de derde dag beginnen ze rond te lopen maar zoeken ze nog heel veel de zekere geborgenheid van de hen op. Maar het gaat snel en twee weken oud zullen ook de jonge fazantjes een hoger gelegen slaapplaats opzoeken. Pas tijdens het tweede levensjaar zijn de geslachten met honderd procent zekerheid te bepalen want pas dan krijgt de man zijn unieke kleurencombinatie.

 

Avicultuur. De goudfazant is in avicultuur een zeer eenvoudig te houden soort. Wat er wel nodig is, is een ruime loopruimte met een goede beschutting tegen regen en wind. Een haan kan met twee tot drie hennen samen geplaatst worden. In de handel zijn meerdere goede tot zeer goede mengelingen te koop. Vaak worden ze aan de man gebracht onder een verzamelnaam als ‘totaalvoeder korrel’. Zijn er kuikens dan staat er onder meer ‘totaalvoeder foktoom- of productiekorrel’ ter beschikking. Een goede raad: geef het voedsel altijd via een voederautomaat, strooi het nooit zomaar op de grond. Ook groenvoer kan, de keuze is groot. Verder moet ervoor gezorgd worden dat er steeds vers water ter beschikking staat. In avicultuur bestaan er al een zeker aantal mutaties waarbij de gele wel het best gekend is. Maar in mijn ogen kan geen enkele mutatie aan de natuurlijke schoonheid van de goudfazant tippen. Natuurbroed lukt zeker maar ook worden tal van eieren artificieel uitgebroed, en ook worden soms broedse kippen gebruikt om de eieren van deze heel mooie fazant uit te broeden.

 
Digiprove sealThis content has been Digiproved © 2023 Danny Roels

One comment

Leave a Reply

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *