De goochelaar [Terathopius ecaudatus] ook aangeduid met zijn Franse benaming ‘bateleur’, is een roofvogel die zijn aparte naam te danken heeft aan het feit dat hij zich gedragen door de thermiek steeds heen en weer schommelt met de vleugels. Zo lijkt hij wel een koorddanser op zoek naar zijn evenwicht.
Indrukwekkend. Het gaat om een van de grootste en meest kleurrijke onder alles wat zich roofvogel laat noemen. De foto’s bewijzen zijn kleurenrijkdom maar ook het feit dat het gaat om een zeer compacte vogel. Hij meet zestig centimeter en is een zeer indrukwekkend en dan zeker wanneer hij vliegt. Met gespreide vleugels lijkt hij gewoon dubbel zo groot als hij in realiteit is. Als steeds is de snavel bij dit soort vogels vrij groot en breed en bezit hij de typische haakvorm aan de punt van de bovensnavel. Roofvogels hebben vaak een streng opzicht en dat wordt hier extra in de verf gezet door de naakte gele vlek die zich uitstrekt van achter de snavel tot aan het oog. Het lichaam heeft een donkere kleur met meerdere kleurnuances van grijs en zwart. Zeer karakteristiek voor de goochelaar is de bruine tint op de rug. Schrijven we ook nog dat de staart zeer kort en hoekig is. Over de vleeskleurige poten is er een donkere maar vrij lange bevedering die haast tot aan de voet reikt waardoor het lijkt dat de vogel een broek draagt. Zoals het hoort voor een roofvogel zijn de klauwen sterk ontwikkeld en zijn als scherpe messen bij het slaan van een prooi. Pas wanneer de goochelaar vliegt valt de witte onderzijde van de vleugels op. Man en pop zijn gelijk gekleurd en getekend.
Aaseter en aasvanger. Roofvogels spenderen doorgaans het grootste deel van de dag met rustig op een tak te zitten en pas te jagen wanneer ze honger hebben. Bij de goochelaar ligt dit anders want liefst tachtig procent van de dag bevindt hij zich in de lucht, hij vliegt tot vijfhonderd kilometer per dag op zoek naar geschikt proviand. Hierbij moet gesteld dat de vogel relatief laag over zijn jachtterrein vliegt maar waarbij hij bijzonder alert is bij het lokaliseren van dode dieren. Hij is echter ook bedreven in het vangen van levende prooien en menig vliegend vogeltje is reeds het slachtoffer geworden van de goochelaar. Het meest houdt hij van zoogdieren en dit kan gaan van de vrij kleine spitsmuis tot een kleine antilope. Kleine vogels als bijvoorbeeld een spreeuw worden in de vlucht geslagen en dit gaat ook op voor grotere vogels als kraaiachtigen. Verder eet hij slangen en doet hij zich ook te goed aan dode vissen. Wanneer de vogel niet vliegt staat hij vaak stoer op de grond met geopende vleugels om van de zon te genieten.
Afrika. De goochelaar is een typische roofvogel van het Afrikaanse werelddeel waar hij in vele landen en regio’s op te merken valt. Het verspreidingsgebied strekt zich onder meer uit van in het westen (Senegal) tot het oosten (Somalië) en verder zuidwaarts tot in Zuid-Afrika. Noteer dat de vogel ook kan teruggevonden worden in het Midden-Oosten (Saoedi-Arabië). De goochelaar opteert voor open graslanden als savannes, maar mijdt moerassen en wouden.
Slechts één ei. De baltsvlucht is net als bij meerdere roofvogels spectaculair te noemen. De man jaagt de pop al vliegend op waarbij er met de vleugels luid wordt geklapt en het hierbij gaande geluid is over een grote afstand te horen. Eens er zich een koppel gevormd heeft blijven de vogels levenslang bij elkaar. Het broedseizoen strekt zich uit naargelang de plaats waar de vogel leeft. Er wordt gebroed van september tot mei in West-Afrika, van december tot augustus in Zuid-Afrika en in Oost-Afrika zelfs het volledige jaar door. Tijdens de broedperiode gaat het om een vrij agressieve soort die met hand en tand de horst verdedigt tegenover iedere andere vogel en vooral tegenover soortgenoten. En dat nest (horst) is een robuuste constructie bestaande uit twijgen en takken die met schors en bast worden bijgewerkt. Het bevindt zich het meest in de vorm van een tak hoog in een boom en kan een doorsnede hebben tot zeventig centimeter. Bijzonder is wel dat de pop slechts één ei legt per nest. En dat ei, wit met rode spikkels, wordt door haar alleen uitgebroed terwijl de man het nest bewaakt en voor de nodige proviand zorgt. De broedtijd ligt tussen zes en zeven weken en is daarmee een van de langste broedtijden bij roofvogels. De jonge goochelaar wordt gedurende zijn eerste levensdagen voornamelijk door de pop gevoed maar hoe groter het jong wordt hoe meer de vader aan het voedselgebeuren deelneemt. Net als de broedtijd is ook de nesttijd van de juveniele vogel lang. Hij blijft tot drie maanden in het nest en wordt hierna nog eens gedurende drie maanden nagevoed. Bij de nestverlating is het amper te geloven dat het om een jonge goochelaar gaat. Hoe kleurrijk zijn ouders ook mogen zijn, hoe kleurloos de jonge vogel is. Hij toont zich in een uniforme vuilbruine kleur en mist ook de gele kleur rond snavel en oog. Het duurt tot acht jaar voor de vogel echt volledig op kleur kan genoemd worden. Gelukkig hoeft er niet zo lang gewacht te worden op seksuele activiteit, hoewel het ook tot het derde levensjaar duurt voor de goochelaar broedrijp kan genoemd worden.

De broedduur van de Bateleur is 9 weken, geen 7 weken!!!!!
Mannetje en en vrouwtje zijn niet hetzelfde gekleurd, mannetje heeft zwarte vleugels, het vrouwtje heeft veel wit in de vleugels, vergelijkbaar met de vleugels van een condor.
Het duurt minstens 5 jaar voor de jonge vogels volledig gekleurd zijn.
Nederig kan ik het zeggen……omdat ik ze gekweekt heb.