Een woordje over toekans en de tokotoekan in het bijzonder

Arassaries, toekans en kolibries worden tot de meest karakteristieke vogelsoorten uit de neotropische gebieden gerekend. De woorden ’toekan’ en ‘arassarie’ zijn eigenlijk geschreven nabootsingen van de namen die de oorspronkelijke bewoners van de Braziliaanse oostkust, nl. de Tupi-indianen, aan deze vogels hebben gegeven.

‘Tu-ka-na’ De eerste ontdekkingsreizigers die ooit op de Braziliaanse kust belandden waren natuurlijk verbaasd over het merkwaardige uitzicht van deze vogels en leerden uit de inlandse spreektaal dat het om ’tu-ka-na’ of ‘a-ras-ari’ ging naargelang de grootte van de vogels. Beide begrippen werden in de typische, taaleigen schrijfwijze in onze Europese talen opgenomen.

Pepervreters. Toekans worden ook wel een pepervreters genoemd. Dit is een letterlijke vertaling uit het Duits waar de vogels ‘pepperfressers’ worden genoemd. Die naam hebben ze te danken aan de eerste waarnemingen in hun natuurlijke biotoop waar bleek dat ze daar onder meer vruchtjes van bepaalde pepersoorten tot zich namen. Een verkeerde gevolgtrekking, en een misleidende benaming werd aldus in het leven geroepen. Uit latere observaties bleek dat toekans veeleer als alleseters moeten gecatalogeerd worden. De vogels eten immers een veelvoud aan bessen en vruchten, aan insecten en hun larven, maar ook aan kleine reptielen en ze versmaden geenszins eieren en jongen van kleinere vogelsoorten.

Indeling. De familie van de toekans kan in vijf kleinere groepen onderverdeeld worden. Zo:

  • de groene arassaries (in het Engels luisteren die vogels naar de naam ’toucanet) of de vogels uit het geslacht Aulacorhynchus. De hoofdkleur van deze vogels is, verwijzend naar de naamgeving, dus groen. De hier bekendste soort is wel de roodrugarassarie (Aulacorhynchus haematopygus).
  • de échte arassaries (geslacht Pteroglossus) waarbij de halsbandarassarie (Pteroglossus torquatus) en de letterbekarassarie (P. inscriptus) de bekendste soorten zijn.
  • De kortsnaveltoekans of de soorten uit het geslacht Selenidera.
  • De bergtoekans of de soorten uit het geslacht Andigena waarvan de blauwe toekan (Andigena laminirostris) de bekendste soort is.
  • De echte toekans of de vogels uit het geslacht Ramphastos waartoe ook de tokotoekan thuishoort.

Tokotoekan. Het is vooral aan de acht prachtige soorten uit de Ramphastos groep dat de toekans hun bekendheid te danken hebben. De grootte van die vogels ligt tussen 45 en 65 cm waarvan de snavel er tussen 10 en 20 voor zijn rekening neemt. Deze grote toekans zijn over het algemeen zwart gekleurd, alleen borst, rug en de in verhouding enorme snavel hebben opvallende afwijkende kleuren waaronder veel wit, geel, oranje en rood voorkomen. De grootste vogel uit de familie Ramphastos is de reuzen- of de tokotoekan. Hij meet 65 cm waarbij inbegrepen de 20 cm grote snavel. Een dergelijke vogel is, zoals aangehaald, overwegend zwart met een bruinachtige glans en dit vooral op de bovenkop. Keel en stuit zijn wit terwijl er onder de snavel doorgaans enkele rode veertjes op te merken zijn. De snavel bezit een oranjegele kleur met een groenachtig tintje aan de randen van de bovensnavel. Die bovensnavel heeft bovendien een zwart uiteinde en aan de basis van de snavel merken we een smalle zwarte band op. Het oog bezit een blauwachtige oogring en er zit een driehoekige gele naakte huidvlek rond. De fel gekleurde veren worden er in allerhande sieraden verwerkt.

Dimorfisme. Bij alle toekans en arassaries zijn de poppen herkenbaar aan de iets fijnere lichaamsbouw en aan de iets kleiner gebouwde snavel. Die laatste moet soms tot een derde in lengte inleveren tegenover die van de man.

Verspreidingsgebied. Dit is voor de tokotoekan uitgebreid. Zo komt de vogel voor in de Guyana’s, Brazilië, Paraguay, Noord Argentinië en in Noord Bolivië of met andere woorden nagenoeg het volledige tropische gedeelte van Zuid-Amerika. De vogel geeft er vooral de voorkeur aan beboste gebieden, aan kokosnotenplantages en aan palmbomen.

Snavel. De kleurrijke snavel van de toekan is helemaal hol. Dit zorgt ervoor dat de snavel heel licht is. Dit heeft zijn nut want de toekan kan er makkelijk mee laveren tussen alle takken en bladeren om zich te voeden. Maar de snavel heeft ook nog een andere functie en wel om een dusdanig verdragend geluid te maken dat dit tot op grote afstanden te horen valt. Weet verder dat de tong van deze vogel lang en smal is en uitloopt in een punt. Die tongvorm maakt het voor de toekan makkelijker om zijn eten op te nemen.

Springen. Hoewel de vogel uiteraard vliegen kan houdt hij daar niet echt van. Liever springt hij van tak naar tak om zich te voeden. Vliegen doet hij slechts over kortere afstanden.

Voortplanting. Het nest van de tokotoekan wordt in een holte van een boom opgetrokken. De vogel is wel zo slim om een nestholte uit te kiezen die niet groter is dan nodig. Het spreekt voor zich dat dit wordt gedaan uit veiligheidsoverwegingen. Een broedende vogel of nestjongen in een holte, vormen immers makkelijke prooien voor roofdieren en grotere roofvogels. Een jonge tokotoekan is een traag groeiend iets dat kaal en blind wordt geboren. Pas rond de derde levensweek openen de ogen zich en het duurt ruim zes weken voor de volledige bevedering present is en er aan uitvliegen wordt gedacht. En opvallend, maar logisch, de snavel in verhouding tot die van de ouders is nog vrij klein en vooral kleurloos. Pas later zal de bek naar zijn volledige grootte toegroeien en net zo kleurrijk worden als die van zijn ouders.

 

Leave a Reply

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *