Wellicht de meest speciale vogel onder alles wat zich zwaluw laat noemen is de gierzwaluw [Apus apus]. Een mooie vogel is het geenszins, hij is grauw gekleurd en mist iedere opvallende kleur. Wat hem speciaal maakt is zijn manier van leven. De gierzwaluw leeft letterlijk in de lucht. Slechts gedurende de broedtijd vliegt hij niet.
Grauw. Er is naar mijn mening geen enkele andere Europese vogel met een mindere kleur dan de gierzwaluw. Hij is over het gehele lichaam grijsbruin gekleurd, die tint wordt zelfs door ogen, snavel en poten gedeeld. Alleen onder de snavel kan er een iets lichtere kleur gezien worden. In de vlucht lijkt het of de vogel zelfs zwart is. De staart is kort. Ook de geciteerde poten zijn vrij kort maar bezitten sterke tenen die de gierzwaluw in staat stelt zich vast te klemmen aan steen, rots en andere ruwe oppervlakten. De grootte is circa 17 centimeter. Die summiere beschrijving geldt voor man en pop, een uiterlijk geslachtskenmerk is er niet. Naast de gierzwaluw die we in ons land kunnen waarnemen is er ook de alpengierzwaluw [Apus melba]. Het voornaamste verschil met de gierzwaluw is dat de alpengierzwaluw ruim twee centimeter groter is maar vooral over een licht gekleurde buik beschikt. In ons land komt de alpengierzwaluw niet voor.
Lange vleugels. Al eerder werd in dit tijdschrift geschreven dat vogels met lange, scherpe vleugels doorgaans tot de best en snelst vliegende vogels behoren. Dit is zeker waar voor de gierzwaluw. Naar verluidt kan er een maximale snelheid van 200 kilometer per uur behaald worden. Niet mis voor een dergelijk klein vogeltje. Wie hem vliegend observeert zal zien dat bij het vliegen de vleugels quasi constant in een gestrekte vorm blijven. Bij verlies aan snelheid wordt er een snelle opwaartse beweging gemaakt die zorgt voor voldoende energie om verder te vliegen.
Lawaai. In schril contrast tot de banaal gekleurde bevedering moet er gesteld worden dat er een vrij scherp, schreeuwerig geluid gemaakt wordt dat aanhoudend wordt herhaald. De vliegende gierzwaluw verraadt op die manier zijn aanwezigheid.
Voedsel. Zwaluwen zijn insecteneters, dat geldt ook voor de gierzwaluw al moet het gezegd dat het eigenlijk geen échte zwaluw is. De wetenschap gaat ervan uit dat deze vogel heel nauw verwant is aan kolibries [Trochilidae]. De prooien worden, hoe kan het anders, in de lucht en in de vlucht verschalkt. Naar wordt beweerd wordt er in hoofdzaak gejaagd op bladluizen, vliesvleugelen, kevers, vliegen maar ook op vliegende mieren. In Afrika zijn termieten voor de gierzwaluw niet veilig. Een verzamelnaam voor dit voedsel is ‘aeroplankton’. De hoogten waarop in ons land wordt gejaagd is variabel, maar gebeurt meestal tussen 6 en 50 meter al gebeurt het dat, op echte warme dagen, er ook wordt gejaagd op een hoogte van 100 meter. In Midden-Europa zijn er waarnemingen geweest tot op 3000 meter hoogte. Het is zelfs zo dat, daar, piloten van zweefvliegtuigen zich voor de nodige thermiek baseren op hoe hoog de gierzwaluwen vliegen. Drinken moet de gierzwaluw ook, hierbij wordt al vliegend over het water gevlogen met de snavel wijd open.
Lucht. Heel bijzonder is dat hij een leven leidt dat zich grotendeels afspeelt in de lucht. Alleen tijdens de kweektijd wordt hiervan afgeweken. Het verhaal dat de gierzwaluw ook in de lucht, al vliegend, slaapt moet bevestigd worden. Onderzoek van Zwitserse wetenschappers, dat in 2013 werd gepubliceerd in het tijdschrift ‘Nature Communications’, toont aan dat er een grote kern van waarheid in dat idee zit. Uit het onderzoek blijkt dat gierzwaluwen meer dan zes maanden achtereen in de lucht blijven, zonder een pauze te nemen nadat ze vanuit hun broedplaats in Europa naar Noord-Afrika zijn gevlogen. De Zwitsers bevestigden tijdens het broedseizoen minuscule meetapparatuur aan de poten van drie alpengierzwaluwen. De meetapparaatjes hielden een jaar lang de versnelling en locatie van de vogels bij. Vervolgens zochten de onderzoekers de vogels op en onderzochten ze de meetgegevens. Daaruit bleek dat alle drie de vogels tijdens de migratie naar Afrika en de overwintering zo’n tweehonderd dagen in de lucht bleven. De jaarlijkse trektocht is mogelijk niet het enige sterke staaltje uithoudingsvermogen te zijn van gierzwaluwen. Volgens Liechti schatten sommige wetenschappers dat jonge gierzwaluwen maar liefst drie jaar in de lucht doorbrengen voor ze landen om te broeden. Dat vermoeden is echter nog niet wetenschappelijk bevestigd.
Trekvogel. Het betreft een trekvogel die in ons land niet langer verblijft dan drie tot hooguit vier maand. Half april, begin mei komt hij aan om eind juli, begin augustus al weer te vertrekken. De terugreis naar Afrika begint wanneer de jongen zelfstandig zijn.
Nest. Net als huis- en boerenzwaluw (respectievelijk Delichon urbicum en Hirundo rustica) keert de gierzwaluw ieder jaar terug naar dezelfde broedplaats. Het gaat om een monogame vogel waarbij man en pop bij elkaar blijven tot één van de vogels sterft. Er wordt beweerd dat er ook al vliegend gepaard wordt en, ook dat is juist! Een kort maar duidelijke fragment van parende gierzwaluwen is bijvoorbeeld terug te vinden bij ‘Vimeo’ (Aerial mating of common swift). Het nest wordt gebouwd tussen rotsspleten, in muurgaten, nissen, onder dakpannen maar ook in de door de mens hiervoor speciaal gebouwde nestkasten. De gierzwaluw is een koloniebroeder die het nest bouwt met, ook al, al vliegend bijeengesprokkeld nestmateriaal bestaande uit pluisjes, haartjes, veertjes enzovoort dat met speeksel bij elkaar wordt gehouden. Het nest bezit een vlakke constructie.
Eieren. Er worden twee tot drie witgekleurde eieren gelegd die door zowel man als pop worden uitgebroed. De broedtijd loopt van 19 tot 20 dagen.
Jongen. De jongen worden naakt en blindgeboren. Ze worden tijdens de eerste levensweek door één van de ouders warm gehouden, hierna nog enkel gedurende de nacht. Het laat zich makkelijk raden dat de juveniele vogels uitsluitend met insecten zullen, of kunnen grootgebracht worden. Heel speciaal is wel dat de ouders het voedsel verzamelen in de keelzak en het op die manier ook aan de jongen aanbieden. En nog meer apart: wanneer erbij bijvoorbeeld heel slecht/koud weer amper of geen voedsel te vinden is kunnen de jonge gierzwaluwen gerust enkele dagen zonder voedsel. Mede door een traag metabolisme (stofwisseling) wordt een overdadig energiegebruik vermeden. En daar komt bij dat de jonge vogels zelfs in staat zijn om te ‘verstarren’, een toestand waarbij het lichaam amper of niets aan energie verbruikt. Terloops, ook de verwante kolibries kunnen dit. De jongen blijven circa 40 dagen in het nest. Hierna laten ze zich uit het nest vallen en beginnen te vliegen … voor de volgende drie tot vier jaar want zolang duurt het voor de gierzwaluw broedrijp wordt!
Waar haalt hij het…..Belgische kolibrie!!!mooi Danny!