We hebben de indruk dat de Australische kuifduif [Ocyphaps lophotes] vroeger populairder was dan vandaag. Uit onze jeugdjaren herinneren we ons nog goed dat deze duif bij diverse vogelliefhebbers werd gehuisvest en ook in de handel werd ze aan democratische prijzen aangeboden. Nochtans, en bezie de foto’s, die in de natuurlijke Australische biotoop werden genomen, gaat het om een bijzonder prachtig gekleurde en zeer sterk getekende vogel waarbij de schoonheid nog wordt geaccentueerd door de prachtige opstaande kuif.
Dimorfisme. Een beschrijving geven van deze duif is een (haast) onbegonnen werk. De kleuren en de kleurschakeringen veroorzaakt door het invallend zonlicht zorgen altijd voor nuances die niet te beschrijven zijn. Niettemin zien we hier dat de kleur in hoofdzaak bruingrijs is met een zachtroze invloed over het geheel van de vogel. Sprekend is de bijzonder aparte maar zeer mooie tekening van rug en vleugels. Letten we verder op het mooie rozerood van de oogring en uiteraard op de prachtige opstaande kuif. De Australische kuifduif is tweeëndertig centimeter groot en het verschil tussen doffer en duivin is amper of niet aanwezig. Wel wordt beweerd dat de doffer bij een meer grondige observatie altijd weer een wat dieper gekleurde indruk geeft en dat de duivin een bruinere impressie geeft. Zeker is wel dat de doffer meermaals per dag, en dit ook buiten de broedtijd, de baltshouding aanneemt. Zeer bijzonder is ook dat deze vogel bij het vliegen een hoorbaar snorrend geluid maakt. Nog voor we de Australische kuifduif zien horen we hem letterlijk aankomen.
Herkomst. Het voorvoegsel ‘Australisch’ verraadt onmiddellijk de herkomst. En hoewel Australië een bijzonder groot land is hebben we zelf die duif gezien in de deelstaten West-Australië, in Victoria maar ook in de Kimberley en in Zuid-Australië. Bijgaande foto’s werden daar (Zuid-Australië) genomen waar we aan de praat raakten met een Australiër die ons vertelde dat die duif daar nooit wordt aangesproken met ‘Plumed Dove’ zoals vermeld in de literatuur maar altijd met ‘Topknots’ of ook met ‘Toppies’.
Voedsel. De Australische kuifduif verzamelt in hoofdzaak het voedsel op de grond. Meermaals hebben we de vogels op kort geschoren gazons zien foerageren waar ze zaden uit de grastoppen haalden. In Zuid-Australië doen ze dit vaak in het gezelschap van de roodstuitparkiet [Psephotus h. haematonotus]. Maar naast zaden hebben we gemerkt dat deze duif ook best te verleiden valt met een stukje brood en ook houdt van acaciazaden.
Voortplanting. Gezien het grote verspreidingsgebied kunnen er zowat het volledige jaar door nesten teruggevonden worden. En als steeds wordt de paring voorafgegaan door het baltsspel dat bij deze duif gewoon een lust voor het oog is. De doffer buigt voor de duivin waarbij hij de staart in een waaiervorm plaatst. Hierbij worden koerende geluiden geuit en sluit hij altijd dichter bij de duivin aan. Bij dit ritueel wordt de kuif plat in de nek gelegd en de vleugels en andere bevedering licht opgetild. Maar wie denkt dat er na iedere balts ook automatisch een paring volgt heeft het verkeerd voor. Duiven zijn geen kunstenaars wanneer het eropaan komt een nest te bouwen en ook hier bestaat het merendeels uit een verzameling van takjes en twijgjes die op elkaar worden gelegd. Net als bij de lachduif is het soms mogelijk om de twee witgekleurde eieren doorheen het nest te zien liggen. Sterk is het dus geenszins maar toch krachtig genoeg om er een broedende vogel in te dragen en later ook één of twee jongen. De broedtijd bedraagt twintig dagen en de juveniele duifjes blijven circa twintig dagen in het nest. Nog eens twee weken later zijn ze sterk genoeg om alleen verder te kunnen. In Australië zijn vier nesten per seizoen en per koppel niet uitzonderlijk.
Avicultuur. Naar wordt beweerd werden de eerste Australische kuifduiven in 1872 uitgevoerd naar Europa. ‘Le Jardin d’Acclimatation’ uit Parijs zou de eerste Europese bestemming geweest zijn, later volgde ook de ‘London Zoo’. Op beide plaatsen volgden in geen tijd de eerste broedresultaten en heel snel kwam deze duif in het bereik van iedereen.
Agressief. Schoonheid staat in de vogelwereld vaak als synoniem voor agressief. Dat is ook hier van toepassing als er soortgenoten of andere duiven worden bijgeplaatst maar niet als er andere vogelsoorten worden bijgehouden. Zelfs kleinere vogels worden in de broedtijd geenszins door de Australische kuifduif gestoord.
Verzorging. We houden bij de huisvesting uiteraard rekening met de grootte van deze duif. Het spreekt voor zich dat ze beter tot haar recht komt in een grotere volière dan in een te kleine. De Australische kuifduif is een rustige vogel die het best wordt gevoed met zaden, tarwe, groenvoer en groenten. Grit is ook hier strikt noodzakelijk want het voedsel wordt niet gepeld maar doorgeslikt. Mits een beschut nachtverblijf kan er in de buitenvolière overwinterd worden. De Australische kuifduif is zeker geschikt voor de beginnende (duiven)liefhebber. In avicultuur wordt genesteld in een schotel of een duivenkastje maar ook wordt er een vrijstaand nest gebouwd in bijvoorbeeld een conifeer. Het spreekt voor zich dat het kweekgebeuren verder niet afwijkt van hoe het loopt in de natuur. Bij de nestverlating toont de jonge kuifduif reeds duidelijk de eigenheden van de volwassen vogel maar alles is nog doffer gekleurd. Het spreekt ook voor zich dat de kuif hier nog lang niet zo ontwikkeld is dan bij de ouders.