Het bouwen van een nest is voor de meeste vogels een vanzelfsprekendheid. Er moet gekweekt worden en dat gebeurt het liefst in een nest. Er zijn er die niet misstaan als kunstwerk maar er zijn ook soorten die daar veel minder tijd en energie aan verspillen. Kolibriewijfjes [Trochilidae] bijvoorbeeld zijn meesters in het bouwen van een onuitgegeven sterk nest. Hoenderachtigen [Galliformes] stellen zich tevreden met een kuiltje in de grond. Maar nog, er zijn wel enkele heel speciale gevallen.
- Slapen vogels in nesten?
Een nest wordt niet gebouwd om in te slapen maar wordt gemaakt om eieren in te leggen en jongen in groot te brengen. Met uitzondering van enkele vogels die hun nesten in holten bouwen keren de meeste vogels na het uitvliegen van de jongen dus nooit meer naar het nest terug. Vaak gebeurt het dat jonge vogels zich in grote groepen verzamelen om op vastgestelde plaatsen, de zogenaamde slaapplaatsen, gezamenlijk de nacht door te brengen. Later, na het kweekseizoen sluiten vaak ook de oudere vogels bij die groepen aan. Een voorbeeld hiervan is zeker de Europese spreeuw [Sturnus vulgaris] waarvan in het najaar soms enorme zwermen te zien zijn.
- Hoe leren vogels een nest te bouwen?
Aangenomen wordt dat vogels gewoon door instinct en door inprenting weten hoe, op welke wijze, waar en met welk materiaal ze hun nest moeten bouwen. Toch zijn er ook die pas na twee of drie jaar ‘broedrijp’ worden en die tijdens hun tweede en hun derde levensjaar gewoon bij de ouders blijven wat die vogels geenszins belet om een nieuw nest te bouwen. De ‘oudere jonge’ vogels helpen dan gewoon bij het grootbrengen van hun jongere broertjes en zusjes. Soms wordt dit ook weleens ‘broeden in coöperatie’ genoemd. Een voorbeeld hiervan zijn sommige soorten bijeneters [Meropidae] maar ook de Amerikaanse blauwe gaai [Cyanocitta cristata] is hierbij een specifiek voorbeeld. De jongen ‘zien’ dus hoe de ouders nestelen, welk materiaal ze gebruiken en waar het nest gebouwd wordt.
- Hoe maken vogels nesten met de voor de soort geldende doorsnede?
De binnenzijde van het nest wordt door nogal wat soorten met de borst uitgewerkt. De nestelende vogels draaien in het nest rond en vermits alle soorten grotendeels in lengte en in borstomvang gelijk zijn lijken alle nesten van dezelfde soort sprekend op elkaar. Ieder nest van een kanarie [Serinus domesticus] lijkt gelijk, ieder nest van een goudvink [Pyrrhula pyrrhula] is hetzelfde maar tussen een kanarie- en een goudvinkennest is een groot verschil. Sommige vogels gebruiken ook modder in het nest om het te verstevigen (bijvoorbeeld zwaluwen familie Hirundinidae).
- Verdragen alle vogels nestcontroles?
Zeker niet! Het is altijd beter om bijvoorbeeld geen controles uit te voeren bij de in tuin of bos broedende vogels. Dit leidt vaak tot het verlaten van het nest door betreffende soorten. Wanneer er jongen zijn kan het gebeuren dat oudervogels minder schuw zijn en een eenmalige, of enkele controles toch tolereren. Beter is het om de vogeltjes niet te storen. Geldt dit ook voor vogels in kooi en volière? Ja en neen. Europese broedende vogels en/of sommige parkietensoorten worden maar beter niet gestoord tijdens de broedtijd maar cultuurvogels (kanarie, zebravink, grasparkiet; Japanse meeuw …) lijken zich geenszins aan meerdere controles te storen.
- Waarom gebruiken huiszwaluwen in hun nesten ook veren?
Hiervoor zijn meerdere redenen. Vooreerst lijkt het metselwerk van de zwaluw binnenin maar een brute bedoening te zijn waardoor het verwerken van veren in het nest duidelijk de randen zachter maakt. Een tweede, en misschien wel de belangrijkste, reden moet gezocht worden in het isolerende effect van veren. Vele pluimen maken het nest warm en zacht waardoor de ouders het zich kunnen veroorloven om op voedseljacht te gaan. Ook wordt aangenomen dat veren een goede bescherming bieden tegen de soms aanwezige parasieten in het nest.
- Worden er soms nesten gebouwd met ‘vreemde voorwerpen’?
In de literatuur gebeurt het dat nesten beschreven worden die op een heel afwijkende manier gebouwd werden dan wat we van een bepaalde vogelsoort eigenlijk gewoon zijn. Een kleine bloemlezing:
- Een orpheusvireo [Vireo gilvus] gebruikte ooit slechts alleen het haar van de chowchowhond.
- Een tweekleurige kuifmees [Baeolophus bicolor] bouwde haar nest uitsluitend met het haar van een paard.
- Er werd ooit een nest van een woestijnraaf [Corvus cryptoleucus] gevonden enkel opgebouwd uit stukjes prikkeldraad.
- Een Anna kolibrie [Corvus cryptoleucus] bouwde op Long Island zijn nest alleen met isolatie van glasvezel.
- Een pop van een geoorde aalscholver [Phalacrocorax auritus] vond er niets beters op dan haar nest te construeren met zakmesjes, haarspelden en ander klein spul dat ze haalde uit een gezonken schip dat rustte op de bodem van een meer.
- Een Carolina winterkoning [Thryothorus ludovicianus] bouwde het nest aan de ingang van een bureel met alle mogelijk bureelmateriaal als paperclips, draden, papier, plastiek … dat het haalde uit een vuilbak.
- Is het juist dat er ‘natuurlijke’ broedkamers bestaan?
Ook hier is het antwoord positief. Grootpoothoenders [Megapodiidae], waaronder de thermometervogel [Leipoa ocellata] en de boskalkoen [Alectura lathami] broeden hun eieren niet zelf uit. Zij hebben daarvoor, eeuwen geleden, een zeer gesofistikeerd broedsysteem ontwikkeld. Meerdere soorten ervan stoppen hun eieren in de grond en benutten de warmte van vulkanische aarde, zand en/of stoom om hun eieren te laten uitbroeden. Ook door zonnehitte en door warmte die geproduceerd wordt door de verrotting van boomwortels, maar meer door de warmte van de bacteriële rotting van plantaardig materiaal laten ze hun eieren uitbroeden.
- Nesten gemaakt met naald en draad, kan dat?
Jazeker! Snijdervogels [Cisticolidae] staan hiervoor gekend. Hoe doen ze het? Ze zoeken hierbij een groot blad uit dat met de poten en de snavel heel behendig wordt opgerold. Dit moet met de grootste voorzichtigheid gebeuren, het blad mag nu eenmaal niet van de tak breken. Voor het aan elkaar naaien van de randen wordt de lange spitse snavel als een soort naald gebruikt. Als draad worden katoendraden, plantenvezels of spinrag aangewend. Stukjes weggeworpen touw worden ook met succes gebruikt. Eerst wordt met de snavel, en dit volgens de regels van de kunst, gaten in de tegenover elkaar gelegen bladranden geprikt waarna vervolgens de draad er direct doorheen wordt getrokken. Door een knoop in de draad te maken wordt terugglijden verhinderd. Vaak vinden de samen gedraaide katoendraden een goed en alleszins bruikbaar houvast, omdat ze aan het uiteinde een wijduitstaande pluim bezitten. Bij dit lastig karwei werken poten en snavel behendig samen. In plaats van één enkel blad kunnen ook twee of zelfs meerdere bladeren op dezelfde manier aan elkaar worden genaaid. Is het kunstig vervaardigde zakje eenmaal klaar dan wordt er een zacht nest gebouwd met plantenvezels, schapenwol, en dergelijke. Het is zo goed verborgen dat het van buitenaf nauwelijks te zien is.
- Bestaan er nesten met meerdere broedkamers?
Wevers [Ploceidae] staan ervoor bekend dat ze mooie hangende, geweven nesten bouwen. Maar dé uitschieter is hier wel de republikeinwever [Philetairus socius), die als een zeer sociale vogel te boek staat. En dit is niet ten onrechte want die Afrikaanse vogel bouwt een gigantisch nest waarin zich wel meer dan honderd broedkamers kunnen in bevinden.
- Is het waar dat sommige nesten ‘eetbaar’ zijn?
Ja! Dit klopt! In de Chinese keuken zou er al ruim 400 jaar vooral soep gemaakt worden van nesten van ‘salanganen’ een soort gierzwaluwen [Apodidae]. Die nesten, specifiek gemaakt door ‘salanganen’ zouden rijk zijn aan eiwitten en proteïnen. Het eten ervan zou de algemene gezondheid ten goede komen maar zou, vooral, een ‘verjongingseffect’ hebben. Salanganen maken het nest vooral met eigen speeksel dat wordt geproduceerd door de klieren onder de tong. Het nest verhardt wanneer het wordt blootgesteld aan lucht. Het nest wordt bevestigd aan de rotswand waar het ‘geplukt’ kan worden. En toch, naar verluidt, bevat die soep weging smaak en ook, het eten ervan is zelfs in China zeer controversieel.
Ja Danny,
Da noemen ze een wandelende encyclopedie!!!!!
Mooi samengevat!!