Dumonts beo

Beo’s komen in meerdere soorten en ondersoorten voor. Zeker in de jaren ’70 en ’80 van vorige eeuw waren die vogels heel populair. De grote beo (Gracula religiosa) was toen een veel ingevoerde vogel en werd graag gehouden ook al omwille van het feit dat hij in staat was om enkele woordjes, al dan niet verstaanbaar, uit te brengen. Maar naast die grote beo zijn er elf andere beosoorten waarvan de dumonts beo (Mino dumontii) er één is.

Zwart & geel. Zwart en geel zijn twee kleuren die bij beo’s het vaakst voorkomen en waarbij moet worden gepreciseerd dat zwart ruim de grootste aandeelhouder is. Maar toch, net als bij meerdere spreeuwensoorten, zijn erin dat zwart diverse kleurschakeringen zichtbaar. Dat lichtinval hierbij een rol speelt hoeft waarschijnlijk niet gezegd. Bij deze vogel kleuren enkel snavel, poten en onderbuik, de oogstreek en twee strepen langsheen de ondersnavel niet zwart maar geel. Stuit, onderstaartdekveren en de vleugelspiegels zijn wit. Die laatste zijn vooral zichtbaar bij het vliegen.

Voorkomen. Net als iedere andere beo is ook de dumonts een kloekgebouwde vogel met een geblokt voorkomen. De brede borst en de korte staart accentueren dit ten volle. Komen we ook nog even terug op de gele kleur rond het oog waar wel moet gepreciseerd worden dat het niet om veren gaat maar om een naakte vlek. De grootte is 25 centimeter.

Dimorfisme. Onbestaande, man en pop zijn gelijk gekleurd.

Azië. Beo’s zijn vogels die in grote delen van Azië voorkomen. Voor de dumonts beo is dit meerbepaald West-Papua, Nieuw-Guinea en meerdere kleine eilanden eromheen. De vogel wordt er als algemeen voorkomend gecatalogeerd en komt ervoor tot op hoogten van 800 meter. Het liefst houdt hij zich op in regenwouden, langs bosranden, weiden, parken en tuinen. In de natuurlijke habitat is het een (nog) veel voorkomende vogel. Onderling wordt er contact gehouden middels een luide nasale roep.

Voedsel. Het hoofdmenu bestaat uit fruit en bessen dat vaak in het gezelschap van andere spreeuwachtigen wordt vergaard. Dit gebeurt niet enkel in de geciteerde biotoop maar ook in fruitplantages, dit tot afgrijzen van de plaatselijke fruitboer die de vogels liever kwijt dan rijk is. Maar langs de andere kant worden dan weer een groot aantal (schadelijke) insecten gegeten. Veder blijkt ook deze vogel niet vies te zijn van wat de mens weggooit. Onder meer wordt ook brood en ander menselijk voedsel aanvaard.

Nest. De natuurlijke kweektijd situeert zich over de periodes augustus en september maar ook van januari tot april wordt er gebroed. Er wordt monogaam geleefd. Het nest dat in een boomholte wordt gebouwd situeert zich van tien tot dertig meter boven de grond. Het wordt opgebouwd uit droge grassen, kleine takjes met nog groene blaadjes aan en andere natuurlijk materiaal. Apart is wel dat de pop slechts één of hooguit twee eieren legt. Het ei bezit een lichtblauwe kleur en bezit vooral aan de stompe kant bruinroodachtige punten. Het broeden wordt in hoofdzaak gedaan door de pop. De eieren kippen na een broedtijd van veertien dagen. De juveniele vogeltjes worden door beide ouders grootgebracht met het hiervoor vermelde voedsel. De nesttijd is met veertig dagen niet kort te noemen. Bij de nestverlating toont het jong (of de jongen) zich in een bescheiden zwarte kleur. De beschreven gele veervelden zijn amper te determineren en vaal van kleur.

 
Digiprove sealThis content has been Digiproved © 2022 Danny Roels

Leave a Reply

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *