- Smaken kunnen verschillen maar voor ons is en blijft de Californische kuifkwartel [Callipepla californica] de mooiste onder alles wat zich kwartel laat noemen. Wat de naam laat vermoeden kunnen we bevestigen, het gaat om een Noord-Amerikaanse vogel die vooral in het westelijk deel van Noord-Amerika, incluis Californië, terug te vinden is. Naar verluidt werden er meerdere pogingen ondernomen om de vogel ook in Oost Amerika te introduceren maar dit liep telkens uit op een sisser. De achterliggende gedachte was niet zo nobel als we denken want het doel was deze kwartel er te kweken als jachtvogel.
Dimorfisme. Eerst meegeven dat de Californische kuifkwartel hoort tot wat de ‘tandkwartels’ genoemd worden. Die vogels karakteriseren zich onder meer door een korte en sterk gekartelde snavel. Verder zijn ze middelgroot, circa 25 centimeter, bezitten geen sporen, de tenen zijn minder krachtig dan bij vergelijkbare andere kwartelsoorten. Ook beschikken ze over korte en afgeronde vleugels. Een ander, en niet onbelangrijke, eigenschap is dat alle tandkwartels monogaam zijn (ze leven dus per koppel). De man is onder andere gesierd met een prachtige opstaande kuif, bij de hen is dit eerder een beperkte bedoening. De kuif van de haan is wel bijzonder in die zin dat hij bestaat uit vier dicht bij elkaar staande veren die lichtjes vooroverbuigen waarbij heel apart die veren aan de top zijn die op een druppelvorm eindigen.
Biotoop. In de natuurlijke herkomstlanden houdt deze vogel van droge graslanden. Hij wordt er teruggevonden tot op hoogten van tweeduizend meter. De vogel wordt er ook gezien aan bosranden maar komt ook voor in velden waar cultuurgewassen worden gekweekt. Water is bij deze hoenderachtige nooit ver uit de buurt. In die biotoop voedt hij zich met allerhande zaden en plantendeeltjes maar ook kleine insecten en soms ook kleine gewervelden worden niet versmaad. Het gaat om een standvogel die tijdens de kweektijd paarsgewijs leeft. Na die tijd vormen er zich kleine familiegroepen die uit tien tot veertig vogels kunnen bestaan. Apart is wel dat deze hoenderachtige een echte boomvogel wordt tijdens de nacht. Altijd wordt er, buiten de kweektijd, geslapen op een tak die zich minstens vijf meter boven de grond bevindt. In de natuurlijke biotoop verraadt deze kwartel vaak zijn aanwezigheid door zijn karakteristieke roep die vaak als ‘chicago’ wordt omschreven.
Kweek. In de hiervoor beschreven biotoop wordt er ook gekweekt. Het nest is niets anders dan een uitgeschraapt kuiltje in de grond dat een beetje wordt afgelijnd met wat vegetarisch materiaal als bijvoorbeeld bladeren. De hen legt van zes tot twaalf eieren die na het leggen van het laatste ei door vooral haar worden uitgebroed. Een ei bezit een crèmeachtige tot bruine kleur en is bijzonder sterk gevlekt. De broedtijd is iets meer dan drie weken, na twee- tot drieëntwintig dagen kippen de eieren. Zoals de lezer wellicht weet zijn jonge kwartels nestvlieders. Eens opgedroogd zijn ze in staat om onmiddellijk rond te lopen hoewel dit uiteraard gebeurt onder het waakzame oog van ma en pa. Bij onraad, maar ook om zich te verwarmen, vluchten de jonge vogeltjes letterlijk onder de vleugels van beide ouders. Aangenomen wordt dat de jongen gedurende twee weken op die manier warm moeten gehouden worden. Na die tijd zijn ze al behoorlijk bevederd en kunnen dan zelf de nodige lichaamswarmte vasthouden. Een jong vogeltje heeft een geel en zwarte kleur. Met de hiervoor aangehaalde voeding komen de vogels, als de weersomstandigheden (droog en zonnig) gunstig zijn, spelenderwijze groot. Bij vochtig en kil weer daarentegen gaan behoorlijk wat jonge vogeltjes het hoekje om. Weet ook dat er jaarlijks ook een aanzienlijk aantal ten prooi vallen aan roofvogels en andere predatoren. Er is slechts één nest per jaar.
Avicultuur. De Californische kuifkwartel is een sterke vogel die ook in de winter buitenshuis kan gehouden worden. Wie het voorgaande gelezen heeft weet dat de huisvesting droog moet zijn. Ook zorgen we voor zitstokken om te slapen. Wie deze kwartel huisvest met kleinere zaadeters moet weten dat de Californische kuifkwartel een stoorzender kan zijn omdat er ook wordt geroest op nestkastjes. In de zomermaanden is deze kwartel, gehouden in een grote en beplante buitenvolière met een zachte bodem een waar sieraad. Omdat hij gedurende de kweektijd niet houdt van soortgenoten kan hij slechts paarsgewijs gehuisvest worden. Uit wat voorafging hebben we onthouden dat het vooral gaat om een zaad- en planteneter wat de verzorging in avicultuur er zeer eenvoudig op maakt. Het hoofdvoedsel is een zadenmengeling met veel milletzaden maar ook platzaad en korrels worden vlotjes opgenomen. Verder kunnen allerhande onkruidzaden, groenvoer en groenten gegeven worden. De Californische kuifkwartel weet er zeker zijn profijt uit te halen. Zelfs geweekt brood wordt opgenomen. Zijn er jongen dan is een eerste kuikenmengeling aangewezen maar ook een hardgekookt ei gemengd onder chapelure wordt wat graag gegeten. Veel liefhebbers geven ook brandneteltoppen. De kweek in avicultuur is niet moeilijk. In ruimere vluchten is natuurbroed beslist mogelijk en dan zeker wanneer de broedende hen met rust wordt gelaten. Wat ook gebeurt is dat de eieren onder een broedse kriel worden geplaatst of nog dat ze in de broedkast kunstmatig worden uitgebroed. Voor welke optie er ook wordt geopteerd een gouden raad: hou het droog!