Wie dwalend door het prachtige Midden-Amerikaans land, dat Costa Rica heet, slentert komt eerder vroeg dan laat de boslijster [Hylocichla mustelina] tegen. Een vrij uniform gekleurde vogel die ontegensprekelijk doet denken aan de zanglijster [Turdus philomelos]. Beide vogels zijn zowat even groot (± 20-21 centimeter), zijn overwegend bruin gekleurd en tonen een karakteristieke, druppelvormige borst- en flanktekening.
Verschillen. Maar toch, net zoals gelijkenissen opvallen springen ook verschillen in het oog. Zo is de totale lichaamskleur van de boslijster duidelijk lichter bruin, roodbruin is hier zelfs een betere omschrijving. De borstkleur toont ontegensprekelijk lichter en zelfs de typische druppeltekening heeft een lichte, maar toch concreet andere vorm. Ook bezit de boslijster een witte oogring die, hoe we ook zoeken, bij de zanglijster afwezig blijft. En nog, wie écht goed vergelijkt ziet dat de poten van de boslijster licht tot zelfs roosachtig kleuren. Tussen man en pop is geen uiterlijk verschil. Maar, en dit is voor lijsterachtigen lang niet abnormaal, slechts de man zingt. Naar verluidt is het lied van de boslijster één van de meest mooie van alle vogels die onder de noemer ‘lijster’ vallen! En nog, dat zingen gebeurt vanop een zangpost. Doet de zanglijster dit ook niet?
Alleen. Misschien waren we niet op het juiste moment daar maar, en hoewel we de boslijster meerdere keren per dag hebben gezien, waren er nooit twee of meerdere vogels samen. Schuw is hij geenszins en hij laat zich makkelijk benaderen hoewel er toch een zekere alertheid wordt waargenomen waarbij de boslijster een rechte houding aanneemt, hierbij de kruinveertjes opricht en de kop lichtjes schuin houdt. Opvallend is dat de boslijster zich graag en meestal dicht op of tegen de grond ophoudt en dit lang niet alleen om naar voedsel te speuren maar ook om zich te verbergen in de onderbegroeiing van plant of struik.
Voedsel. Het meest hebben we hem van mals, wat rottend, fruit zien eten dat met gulzige happen naar binnen wordt geslorpt. Maar toch, net als de meeste andere lijsters bestaat ook hier het voedsel grotendeels uit ongewervelden en hun larven, een voeding die absoluut nodig is om de kroost groot te krijgen. Op de grond wordt ieder gevallen blad met de snavel omgekeerd in de hoop dat zich daar een schuilend insect onder bevindt.
Voortplanting. De boslijster is al in het eerste jaar broedrijp. We haalden al aan dat het om een solitaire soort gaat. Precies daarom ook houdt het huwelijk van man en pop boslijster maar stand gedurende het broedseizoen dat start begin april om eind juni te eindigen. De pop kiest de nestplaats uit meerdere plaatsen die haar door de man worden aangeboden. Net als bij de zanglijster wordt doorgaans gekozen voor een plaats in een liefst dichte vegetatie. Het nest wordt opgetrokken uit de klassieke materialen als daar zijn, hooi, plantenvezel, bladeren … en wordt, jawel, bepleisterd met modder. De pop legt van twee tot vier lichtblauwe eieren in dit met een tussentijd van 24 uur tussen ieder ei. Die eieren worden alleen door haar uitgebroed in een tijdspanne van zowat 12 tot hooguit 13 dagen. De jongen worden zo goed als naakt geboren en gedurende de eerste levensdagen door het wijfje warm gehouden. De tot dan toe afwezige man wordt nu echt actief en brengt gedurende die tijd constant voedsel aan. Hierna gaan beide geslachten op zoek naar spijs want hoe groter de jongen worden hoe groter de voedselbehoefte wordt. Na een nesttijd van twee weken verlaten de juvenielen het nest, en dit voor altijd. Hierna worden ze nog door ma en pa gedurende twee weken nagevoed. En hoewel het nest er na het uitvliegen van de juveniele vogels er nog kraaknet bij ligt (fecaliën worden na een voedselbeurt weggebracht) zal de pop met het oog op een tweede ronde kiezen voor een nieuw nest.