De prachtige blauwe pauw [Pavo cristatus] is een hoenderachtige met, oorspronkelijk, een zeer verspreid voorkomen in vooral India, Pakistan en Nepal. Op vandaag komt de vogel ook voor in het wild in sommige Europese en Amerikaanse landen maar ook in Australië waar hij werd uitgezet.
Nationale vogel. De blauwe pauw is de nationale vogel van India en maakt daar sedert mensenheugenis deel uit van het lokale leven. Sagen en legenden over deze vogel zijn daar legio en ook bij godsdienstige rituelen wordt de vogel symbolisch gebruikt. Naar voor waarheid wordt aangenomen werd de pauw in Europa geïntroduceerd door Alexander De Grote, maar aanvankelijk betrof het een zeer elitaire vogel die slechts mocht gehouden worden door de echte elite van die tijd, zeg maar koningen en aanverwanten.
Dimorfisme. De prachtig gekleurde en nog mooier getekende pauw beschrijven is een haast onbegonnen zaak, gelukkig bestaan er fototoestellen. De hoofdkleuren zijn blauw en groen maar omwille van het iriserende karakter van die bevedering wisselen de tinten naargelang de lichtinval. Het mooiste aan de mannelijke pauw is zonder meer de prachtige gekleurde en getekende staart die in een waaiervorm kan recht geplaatst worden. Impressionant zijn hierbij de ‘ogen’ die voornamelijk dienen om indruk te maken bij de hen tijdens het baltsspel. En die hen ontbeert voor een groot stuk de schoonheid van de haan. Haar bevedering is flauw groen, wat grijsachtig, wit op de buik en verder bezit ze enkele bruine tinten. De man, staart inbegrepen, kan tot 230 centimeter groot worden. Let wel, het duurt tot zes jaar voor de staart echt volgroeid is. De hen is niet alleen veel kleiner, ze meet maximaal 100 centimeter maar dat komt uiteraard door het gemis aan lange staartveren. Beide geslachten bezitten een prachtige kuif die wordt gevormd door enkele opstaande veertjes die op een waaier eindigen. En ook hier moeten we schrijven dat de Schepper de man heeft bevoordeeld. De krachtige poten hebben een lichtgrijze kleur.
Siervogel. Al heel lang wordt de blauwe pauw gehouden als siervogel maar ook, in vooral vroegere tijden, werd hij gekweekt voor zijn veren. Naar verluidt stond het destijds heel chique wanneer dameskleden en hoeden werden versierd met pauwenveren. Maar ook om er droogboeketten van te maken werden veren verzameld.
Territoriaal. De blauwe pauw leeft in de wildbaan in kleine families waarbij één haan tot vijf hennen heeft waaronder één favoriet, en met die alleen wordt gepaard. De haan is sterk territoriaal en gaat meerdere directe gevechten aan met mogelijke belagers. En hoewel de haan niet broedt verdedigt hij toch broedende hennen wanneer die door mogelijke predators worden bedreigd. De blauwe pauw slaapt niet op de grond maar doet dit binnen het territorium op een verheven plaats. De pauw is verder een zeer luidruchtige vogel. Zijn welbekende roep ‘léoooooo’ kent iedereen.
Voedsel. Het gaat om een omnivoor. Binnen het territorium wordt er geleefd van planten en plantendelen maar ook wordt er gejaagd op insecten en kleine reptielen en amfibieën. Verder wordt er gegeten van bessen en vruchten.
Nest. De pauw is pas broedrijp wanneer hij minstens twee jaar oud is. Het gebeurt dat baltsende hanen gezamenlijk voor hennen dansen waarbij er met de staartveren wordt gepronkt. De hen zal zich die haan kiezen met de mooiste staartveren omdat ze er van uitgaat dat die de sterkte genetische genen bezit. Zoals het voor hoenderachtigen past wordt het nest op de grond gemaakt. De hen legt om de dag een crèmekleurig ei in het nest, beperkt van vier tot zes, die door haar in circa vier weken worden uitgebroed. Zeer apart is dat de kuikens, nadat ze uit het ei zijn gekropen, al onmiddellijk veertjes tonen. En hoe sterk ze ook lijken, in hun natuurlijk milieu zijn ze bijzonder gevoelig voor vocht en koude. De hen leert de kuikens ook eten en drinken.
Tuinvogel. Schitterend is de aanwezigheid van de pauw in grote siertuinen waar de vogel de vrije loop heeft. De haan zal er heel snel zijn territorium afbakenen en het zelden of nooit verlaten. Wat nodig is zijn grasperken waar er kan gefoerageerd worden en verder hoge bomen die slaapplaatsen aanbieden. Voor volières is deze vogel niet bijzonder geschikt, de ruimte die hij nodig heeft is hiervoor te groot.
Verzorging. Omnivoren worden tot de meest makkelijk te voeden vogels gerekend. De blauwe pauw kan dan ook probleemloos gehouden worden op een basis van kalkoenkorrels en granen. En omdat ook hij alles in een keer inslikt is grit en maagkiezel voor de spijsvertering nodig. Verder kunnen we diverse bladgroenten aanbieden. Dierlijke eiwitten weet hij dan weer zelf te verzamelen in het territorium.
Kweek. De kweek in avicultuur lukt door de band genomen goed. Het spreekt voor zich dat de kweek identiek is aan wat we hierover reeds schreven. Voegen we er nog aan toe dat de kuikens uitstekend kunnen grootgebracht worden met kuikenmeel en dat de eerste kuifveertjes zich al aanmelden wanneer de vogeltjes vier weken oud zijn. Zijn de kuikens twee maand oud dan zijn het al flinke vogels, zeg maar een halve hen groot.
En nog …
- In de wildbaan kan deze vogel twintig jaar oud worden. In avicultuur zelfs dertig jaar.
- De haan kan tot zes kilogram wegen, de hen houdt het op vier kilogram.
- De vleugelwijdte is 140 centimeter.
- De ogen van de staart worden ook ‘ocellus’ genoemd.
- In avicultuur bestaan er van de blauwe pauw witte (zwartoog), albino (roodoog) en bruine varianten.
- Vooral de haan is een zeer opvallende vogel die in de natuurlijke habitat wordt belaagd door onder meer luipaard, tijger, wilde kat en mangoest.