Vroeger was de aurora astrilde [Pytilia phoenicoptera] een makkelijk te bekomen vogelsoort. Bij vrijwel elke handelaar kon hij aan een betaalbare prijs aangekocht worden. Misschien is de combinatie van de twee dominerende kleuren grijs en rood niet meteen het meest spraakmakend, maar toch gaat het om een zeer mooie vogel waarbij komt dat hij niet alleen makkelijk te verzorgen valt maar zelfs [goed] te kweken is.
Herkomst. Wie op zoek gaat naar de aurora astrilde moet er een reis naar Afrika voor over hebben. Dit vogeltje, hooguit 12 centimeter groot, bezit een groot verspreidingsgebied dat loopt over, onder meer, Senegal, Gambia, Guinee, Ivoorkust, Ghana, Nigeria, Kameroen, Oeganda, zuidelijk Soedan en Kenia. In die regio’s houdt de aurora zich wat graag op in de daar aanwezige savannen waar er bij voorkeur wordt geleefd van graszaden, zaden en kleine insecten. Die laatste, insecten, zijn onontbeerlijk voor het grootbrengen van de jonge vogeltjes. De aurora houdt zich heel graag dichtbij de grond op. Bij gevaar verstart hij waarbij heel vaak de staart verticaal wordt geplaatst.
Dimorfisme. Bijgaande foto’s van man en pop geven een vrij goed beeld van deze vogel waarbij grijs en rood de hoofdkleuren vormen. De aandachtige lezer valt het beslist op dat die kleuren bij de man dieper, sprekender doorgekleurd zijn. Wat beide geslachten gemeen hebben is de vrij lange zwarte snavel, het donkere oog en de vleeskleurige poten. Hebben we ook aandacht voor de staart die, in tegenstelling tot vele andere astrilden, een hoekige vorm bezit. En nog, de streeptekening op borst, buik en flank is bij de man iets explicieter aanwezig dan bij de pop. Beide geslachten zijn circa 12 centimeter groot.
Look alike. Wist u ook dat die vogel ook bestaat met een rode in plaats van een zwarte snavel? Voeger, heel vroeger, we gaan terug naar de jaren ’70 van de vorige eeuw kon die vogel, die streepjesastrilde [Pytilia lineata] wordt genoemd, soms tussen een zending aurora astrilden aangetroffen worden. Voor verzamelaars en exposanten was deze vogel een graag gewilde vogel. Op vandaag is de streepjesastrilde waarschijnlijk niet meer aanwezig in België en Nederland. Naast de rode snavelkleur viel die vogel verder op door een nog diepere rode vleugel- en staartkleur wat hem op die manier net iets contrastrijker maakte dan de aurora.
Verzorging. In tegenstelling tot meerdere andere astrilden viel, na invoer, de acclimatisatie van deze astrilde zeer goed mee. Bij de verkopers werd hij/zij [bijna] altijd in een goede conditie aangetroffen met een volledige, quasi ongeschonden bevedering. Omwille van het feit dat ook het geslachtsverschil duidelijk waarneembaar is, verhuisden aurora astrilden vaak mee naar kooi en volière. Op een basis van een doorsnee exotenmengeling en water valt de aurora eenvoudig te houden maar, zoals zo vaak, worden toegiften als trosgierst, groen- en eivoer en kleine dierlijke eiwitten wat graag aanvaard. Badwater is voor deze Afrikaan geen luxe maar een dagelijkse noodzaak.
Nest. De aurora is niet alleen een makkelijk te houden vogel maar ook bijzonder verdraagzaam tegenover iedere andere volièrevogel. En die tolerantie werkt met het oog op de kweek niet altijd in het voordeel. Man en pop laten het gebeuren dat het nest gestoord, zelfs ingenomen wordt, door andere vogels. Daarom hebben we er altijd voor geopteerd om deze astrilde paarsgewijs te huisvesten waarbij een kleinere, licht beplante volière altijd de voorkeur heeft op een grotere kweekkooi. Een in kweekconditie komend paar laat dit duidelijk merken. Die anders heel stille vogel wordt luidruchtiger en met een lange kokosvezel, of grotere hooispriet in de snavel wordt er door de man voor de pop gebaltst. Het nest is rond en wordt verder opgebouwd met mossen en dierlijke haren.
Eieren & jongen. Doorgaans worden er vier witte eieren gelegd die door beide seksen bebroed worden. De broedtijd is dertien dagen. Bij de geboorte toont de jonge aurora een donkere, vrijwel zwarte huidskleur. Gedurende de eerste dagen worden de juveniele vogels uitsluitend met dierlijke kost grootgebracht, later ook met zaden. Indien alles naar wens verloopt zullen de kleine aurora’s na een nesttijd van drie weken de broedplaats verlaten. Ze lijken dan wel op, vooral, het wijfje maar zijn nog veel bescheidener gekleurd. De zwarte snavel hebben ze wel. Twee weken na de nestverlating kunnen ze alleen verder. De jeugdrui verloopt door de band zonder noemenswaardige problemen. En toch, liefhebbers/kwekers van Afrikaanse prachtvinken hoeven we het niet te vertellen: de kweek met astrilden verloopt lang niet altijd zoals we het ons inbeelden en wensen. Nestbouw en broeden gaat doorgaans heel vlotjes maar bij het kippen van de eieren gebeurt wat we niet willen: de ouders werpen de jongen uit het nest. Om die reden worden nog steeds meerdere astrilden [aurora maar ook andere] door pleegouders [Japanse meeuw] grootgebracht. Het spreekt voor zich dat die vogel dan wel het aangepaste voedsel [dierlijke eiwitten in de vorm van pinkie, buffaloworm …] moet opnemen.
Luuc Van Havere advised me to contact Danny Roels : may I have his email address please?
u kan mij contacteren via het contactformulier op de site