Toen in 1896 voor het eerst melding werd gemaakt dat er hoenderachtige vogels bestaan die letterlijk, via de bevedering, water naar het nest kunnen brengen was er nogal wat sceptici. Er werd van uit gegaan dat water gewoon verdampt wanneer natte vogels door de warme woestijnlucht vliegen.
Woestijnvogel. En toch, de in steppen en woestijnen voorkomende zandhoenders kunnen wel degelijk water naar het nest vliegen. De mannelijke vogels drukken zich hierbij volledig in plassen tot tegen de bodem en door krachtig heen en weer te schudden worden de veren natgemaakt. Ze vliegen hierop naar het nest waar jonge vogels het water tot zich nemen door de veren van de man in de bek te nemen. Onderzoek heeft inmiddels uitgewezen dat buikveren van zandhoenders tot tweemaal toe zoveel water in de bevedering kunnen opnemen dan een doorsnee andere vogel. Aangenomen wordt dat een volwassen vogel per dag ongeveer 3,5 dl water moet opnemen om de jongen maar ook de hen van water te kunnen voorzien.
Hoenderachtige of duifachtige? Mede hierdoor beschouwen niet alle onderzoekers de zandhoenders als echte hoenderachtigen maar zien ze eerder verwant aan duifachtigen. De grootte van de vogels, van 23 tot 40 cm, speelt hierbij uiteraard een rol maar ook de bouw van het lichaam wijst in die richting. De soorten hebben bovendien korte, duifachtige poten die zelfs (gedeeltelijk) bepluimd zijn. Vogels die in woestijnen leven hoeven ook aangepast te zijn aan daar heersende leefomstandigheden. Bij zandhoenders is bvb. onder meer vastgesteld dat ze over een dichte donslaag beschikken wat een krachtige bescherming biedt tegenover de zon. En nu we het toch hebben over de bevedering: zandhoenders hebben niet alleen een dik verenkleed maar het is bovendien bijzonder fraai getekend met, naargelang de soort, witte, zwarte en oranje vlekken op een bruine of grijze ondergrond.
Fraai. Zandhoenders zijn doorgaans fraai gekleurde en getekende vogels waarbij het opvalt dat de plaats waar de vogels leven ook de kleur is van de bevedering. De zandhoenders die voorkomen op zandduinen hebben doorgaans een roodbruin gekleurde bevedering terwijl zij die leven tussen rotsachtige gebieden gewoon grijs gekleurd zijn.
Verspreiding. Algemeen wordt aangenomen dat er zestien verschillende soorten zandhoenders bestaan. Ze komen voor in een groot gebied dat zich uitstrekt over grote delen van Zuid-Europa, Zuid- en Centraal Azië, Madagaskar en Afrika. Het hoofdvoedsel bestaat voornamelijk uit harde boomzaden, bvb. van de acacia.
Nest. Zoals het voor dergelijk soort vogels hoort wordt er nooit veel poespas gebruikt bij de bouw van het nest. En eigenlijk is dat nog niet zo slecht gezien. Omdat het meestal niet veel meer is dan een kuiltje in de grond is het verdraaid ook moeilijk te vinden voor predatoren temeer daar ook de kleur van de eieren wonderwel is aangepast aan de kleur van het zand. Zandhoenders hebben per nest slechts drie tot vier eieren en opvallend, voor deze soort vogels toch, is dat én man én pop aan het broedproces deelnemen maar waarbij toch moet gesteld worden dat overdag de pop broedt en ’s nachts de man. De broedtijd bedraagt drie weken en zoals het voor hoenderachtigen past zijn jonge vogels nestvlieders eenmaal de donsbevedering opgedroogd is. Omdat het bijzonder sociaal voelende vogels zijn wordt er ook in groep geleefd. De hanen vliegen vaak in grotere groepen naar de drinkplaatsen, soms enkele tientallen kilometer ver, om er gezamenlijk te drinken en via de bevedering water mee te brengen voor hennen en jonge vogels. Een strikt bepaalde nestperiode is er niet en aangenomen wordt dat sommige soorten zandhoenders gewoon, met uitzondering voor de ruitijd, gewoon het volledige jaar doorgaan met nestelen.
Predatoren. Vogels die in groep leven vormen in de regel een gemakkelijke prooi voor roofvogels en andere roofdieren. Van zandhoenders is geweten dat ze hoog op het verlanglijstje staan van de lannervalk (Falco biarmicus) maar ook voor krokodillen vormen ze bij de drinkplaatsen een makkelijke prooi temeer daar het, mede door hun korte pootjes, eigenlijk slechte lopers zijn. Maar ook voor de inheemse bevolking moeten ze vrezen want, naar verluidt, hebben zandhoenders een bijzonder lekker vlees ….
Standvogels. Aangenomen wordt dat zandhoenders standvogels zijn. Slechts bij uitzondering wordt een trekperiode geregistreerd die eigenlijke nog het best kan vergeleken worden met invasies van pestvogels of kruisbekken in onze regio’s.