Vogelinfo vzw.
Het verhaal van de phaeo barmsijs begint bij wijlen Jos Peters uit het Limburgse Bilzen (België). Hij treft in een nest van een stel kleine barmsijzen [Carduelis f. cabaret] twee jonge vogeltjes aan met rode ogen. De ontwikkeling van die twee barmsijsjes wordt op de voet, en met argusogen gevolgd. Mogelijk gaat het om twee jonge bruin-agaat poppen want het zou wel eens kunnen dat de man een zogenaamde passe-partout is. Maar bij het uitvliegen hoeft er niet meer te worden getwijfeld, het gaat om twee phaeo’s, een mutatie die op dat moment bij bijvoorbeeld de kanarie wel gekend is maar zeker nog niet bij de barmsijs.
Rode ogen
Wie vogels kweekt met rode ogen, of er ooit heeft gekweekt, weet dat dit niet de meest dankbare vogels zijn om in grotere volières te houden. De reden ligt zo voor de hand. Vogels met rode ogen hebben vaak last met het zicht en dan zeker wanneer ze in het felle zonlicht worden geplaatst. Dergelijke vogels vliegen gewoonlijk overal tegenaan en van kweken komt slechts weinig terecht. De phaeo barmsijs is dan ook een uitgesproken vogel om in een ruimere kweekkooi, ver buiten de rechtstreekse invloed van het zonlicht te worden gefokt.
Cabaret
De phaeo barmsijs heeft een zachtbruine kleur met een duidelijke iets meer donkere, wat contrasterende tekening. De snavel heeft een zachtgele kleur en de ogen zijn, zoals geschreven, rood. Wie de mannelijke vogel opkleurt bekomt een phaeo barmsijs met een zacht rode borst- en kopkleur. Sommige van deze vogels zijn echte strelingen voor het oog. Kweekervaring heeft uitgewezen dat de phaeo het best tot zijn recht komt bij de kleine barmsijs, beter gekend als het ‘cabaretje’.
Vererving
Zoals eigenlijk bij zijn ontstaan al kon worden verwacht vererft de phaeo tegenover de wildkleur recessief autosomaal. Belangrijk hierbij is onder meer dat man en pop split voor phaeo kunnen zijn, wat uit onderstaande lijstjes blijkt.
phaeo man x phaeo pop =
50 % phaeo mannen,
50 % phaeo poppen.
Nota. Alle jonge vogels zijn dus phaeo’s. Bij de geboorte zijn die jongen reeds te onderkennen aan hun bloedrode ogen en zachte lichaamskleur. Hoewel er dus voor 100% phaeo’s geboren worden blijkt deze combinatie toch niet de juiste te zijn. Kweekpraktijk heeft immers uitgewezen dat de jonge phaeo’s veel te klein uitvallen en dat problemen met het zicht er hier zeker niet beter op geworden zijn.
wildkleur man x phaeo pop =
50 % wildkleur/phaeo mannen,
50 % wildkleur/phaeo poppen.
Nota. Hoewel er hieruit dus geen phaeo’s kunnen verwacht worden blijkt dit toch een goede paring te zijn met het oog om later een stam sterke phaeo’s uit te bouwen. Alle wildkleurige vogels (mannen én poppen) zijn hier immers split voor phaeo.
phaeo man x wildkleur pop =
50 % wildkleur/phaeo mannen,
50 % wildkleur/phaeo poppen.
Nota. Zelfde opmerking als hiervoor.
wildkleur/phaeo man x phaeo pop =
25 % wildkleur/phaeo mannen,
25 % phaeo mannen,
25 % wildkleur/phaeo poppen,
25 % phaeo poppen.
Nota. De wildkleur en de wildkleur split voor phaeo (mannen én poppen) uit deze paring zijn niet aan het uiterlijk te onderscheiden. Slechts proefparingen kunnen uitsluitsel brengen. Toch blijkt dit een goede paring te zijn omdat hieruit, theoretisch, toch voor 50% phaeo barmsijzen kunnen verwacht worden. Die vogels zijn gewoon sterker en voller van bouw dan die bekomen uit de combinatie phaeo x phaeo.
phaeo man x wildkleur/phaeo pop =
25 % wildkleur/phaeo mannen,
25 % phaeo mannen,
25 % wildkleur/phaeo poppen,
25 % phaeo poppen.
Nota. Zelfde opmerking als hiervoor.
wildkleur/phaeo x wildkleur/phaeo =
25 % wildkleur/phaeo mannen,
12,5 % phaeo mannen,
12,5 % wildkleur mannen,
25 % wildkleur/phaeo poppen,
12,5 % phaeo poppen,
12,5 % wildkleurig.
Nota. Goede combinatie in die zin dat er sterke phaeo’s uit geboren worden. Minder goede combinatie in de zin van het onderscheiden van de niet en wel split voor phaeo vogels.
Zonlicht
Het zonlicht is voor de phaeo barmsijs niet alleen slecht voor de ogen maar het heeft ook een zeker nadeel voor de kleur. Wie de phaeo barmsijs in de zon plaatst zal zeker rekening moeten houden met een opbleking van de bevedering. In zijn uiterlijke verschijningsvorm wordt de vogel dan vlekkerig en dat is nu niet bepaald bevorderlijk voor eventueel uitgezochte tentoonstellingsexemplaren.
Eigenheden
Bij de phaeo zien we toch enkele duidelijke afwijkingen jegens de wildvorm en dan hebben we het uiteraard niet alleen over de kleur. Zo zien we onder meer dat:
Tekeningen:
- Kintekening: niet aanwezig bij de phaeo.
- Teugel: crèmewit bij de phaeo.
- Wenkbrauwstreep: niet aanwezig bij de phaeo.
- Vleugelbandje: niet aanwezig bij de phaeo.
- Rugtekening, lengtestreepjes: veerranden bruin omzoomd.
- Stuit: lengtestreepjes niet aanwezig bij de phaeo.
- Borst en flanken: zonder tekening bij de phaeo.
- Onderstaart: geen tekening bij de phaeo.
Hoorndelen:
- Snavel: flets geel bij de phaeo.
- Poten: vleeskleurig bij de phaeo.
- Nagels: hoornkleurig bij de phaeo
Ogen:
- Ogen: rood bij de phaeo.
Kleur:
- Algemeen:
- Wangen en keel: licht crèmewit.
- Rond de snavel: licht crèmewit.
- Kopkleur: zacht rood.
- Borst: licht crèmewit.
- Handpennen: licht crèmewit.
- Armpennen, kleine- en middelste vleugeldekveren: crèmewit
- Flanken: licht crèmewit.
- Buik: licht crèmewit.
- Staartpennen en bovenstaartdekveren: crèmewit.
- Onderstaartdekveren: licht crèmewit.
- Stuit: licht crèmewit.
- Aarsbevedering: licht crèmewit.
Staart op de buitenvlag en aan het uiteinde: roodbruin omzoomd, hierdoor ontstaat de phaeotekening.
Meerdere foto’s van phaeo barmsijs- en andere mutaties vindt u in de fotogalerij onder mutaties.
This content has been Digiproved © 2020 Danny Roels